Zaterdagmiddag 3 december vanaf vijf uur treffen wij elkaar in restaurant De Boerderij in Arnhem voor ons jaarlijkse Barbaradiner. Dankzij het initiatief van onze secretaris Jaap vieren wij het samen met een zestal leden van de afdeling Utrecht Noord Holland, waarmee het totaal aantal deelnemers op vijftien komt. Leuk om oude bekenden, die je hooguit op een jaarvergadering treft, weer te ontmoeten en bij te praten. De tafel is niet alleen door het restaurant mooi voorbereid, de tafelkanonnen van Jaap en de VOA-vlaggetjes completeren het geheel tot een perfect plaatje. Martin van Utrecht Noord Holland versterkt Jaap’s artillerie met een tafelkanon, waarmee regelmatig schoten worden afgevuurd.
Na het aperitief gaan we tegen zessen aan tafel, waar na het welkomstwoord van onze voorzitter en tafelpresident Jan, door allen het glas wordt geheven op het welzijn van Zijne Majesteit de Koning. Na twee Barbaraloze jaren blijkt dit ritueel bij een enkeling aan slijtage onderhevig, gelet op de verzuchting van een van de disgenoten “niet narichten”.
Jos O., lid van de afdeling Utrecht Noord Holland vertelt een en ander over zichzelf en zijn kennis van Amsterdammertjes, volgens overlevering voorstellend in de grond geplaatste kanonlopen en voorzien van de drie kruizen van het stadswapen van Amsterdam. Op onnavolgbare wijze verklaart hij op basis van het aantal kruizen in de gemeentewapens in de regio Amsterdam dat Ouderkerk aan de Amstel de oudste plaats in de regio is.


Onze penningmeester Cees en kenner van Amsterdam en omgeving bij uitstek heeft echter andere informatie en noemt het huidige Ransdorp, in de veertiende eeuw Rarop genaamd, als oudste plaats in de regio. Cees sluit deze korte discussie af met het aanbieden van een glas wijn bij de maaltijd omdat hij op Sinte Barbara 1957 werd benoemd tot kornet bij ons wapen en dat is morgen vijfenzestig jaar geleden.
Na het voorgerecht, waarbij witte wijn uitstekend smaakt verzoekt procantor van dienst, tevens verslaggever dezes, allen op te staan voor het zingen van het eerste couplet van het Artillerielied. Na te hebben geverifieerd of allen de zangkunst machtig zijn en hebben voorgeoefend zet hij na twee tellen vooraf in, waarna het eerste couplet op voortreffelijke wijze ten gehore wordt gebracht. Hans, onze hoogst aanwezige Rijder, houdt erg van zingen en stelt voor dat de vier aanwezige Rijders hun eigen lied ten gehore brengen. Na verkregen toestemming kwijten zij zich voortreffelijk van hun taak. Procantor is meer dan tevreden en heeft vertrouwen in het verdere (zang)verloop van deze avond.


De tijd vliegt en voor we het weten komt de hertenrugfilet en roodbaars op tafel. Het glas rode wijn bij de hertenrugfilet completeert het geheel. Na dit heerlijke hoofdgerecht is het tijd om aandacht te schenken aan onze patroonheilige. Drie jaar geleden heeft Ad zich, na afloop van ons laatste Barbaradiner, hiervoor al aangemeld, hoewel hij niet de jongste is zoals de traditie bij ons wapen het wil.
Hij leidt zijn voordracht in met een terugblik op de door hem ondergane ontberingen tijdens zijn leven als subaltern officier bij 11 AfdRa. Dat blijkt achteraf bezien een doorlopende beproeving te zijn geweest, mede gelet op de kwaliteit van het toenmalige materieel. Het kwam op het laatst toch nog goed tijdens zijn periode als commandant van een afdeling welke met een “Alles Goed” MIO-resultaat en behaalde Lucardieprijs mobilisabel zou worden gesteld. Al met al een wonder dankzij de voorspraak van onze geschutspatrones.
Na deze persoonlijke ontboezemingen betreffende Ad’s militaire carrière is de duiding van de Barbaralegende aan de orde, maar dan wel de juiste versie, die Ad vanuit drie gezichtspunten of zoals u wilt vensters uit haar toren wil belichten, en wel geschiedkundig, kerkelijk en inlichtingentechnisch. Maar de vraag hierbij is dan wel, kent u het verhaal dat al honderd keer is verteld, maar omdat niemand luistert steeds opnieuw moet worden verteld. Of zoals de mannen van het televisieprogramma “Even tot Hier” zouden zeggen “het is een heel eenvoudig liedje over een toch wel ingewikkeld onderwerp”.
Op identieke wijze als eerdergenoemde Jos, derhalve onnavolgbaar komen aan de orde “een reïncarnatie van Barbara, de Rooms Katholieke Heiligenkalender, de Heiligen Sint Martinus, Sint Sebastiaan en Sint Joris”. Niet mag hierbij worden voorbijgegaan aan de beschermheilige van commandanten, want iedereen die een staf heeft gelooft dat hij Sinterklaas is en voor alles wat gebeurt heeft hij al de Zwarte Piet gekregen. De drie navolgende aspecten komen chronologisch aan de orde:
– de twijfel van de Rooms Katholieke kerk aan de historiciteit van de legende;
– het religieus etnocentrisme, want het was nog niet de tijd voor cultureel relativisme en moderne stromingen als woke;
– de aanwezigheid van Sinte Barbara in de rij van veertien Heilige Helpers, hetgeen het belang van Sinte Barbara mede kan duiden in de aanzwellende zorgen twee jaar geleden over de COVID-epidemie.
Ad besluit zijn bijdrage met herinneringen aan zijn bezoek aan Ukraine als MID-er. Zo bezocht hij het St. Michaelsklooster en de St. Volodymyr kathedraal in Kiev, waar relikwieën van Sinte Barbara worden bewaard. Dan moet je toch tot de conclusie komen dat de strijd tegen de duistere krachten van Poetin door Sinte Barbara wordt ondersteund. Het lijkt een wonder dat de kracht van de artillerie de succesvolle tegenoperaties mogelijk maakt, waarbij de luchtdoelartillerie zorgt voor bescherming hoe groot de overmacht ook lijkt. Kortom: “heb vertrouwen in de toekomst”. We zijn onder de indruk en stil. Zo’n stilte moet worden onderbroken met zang en wel het tweede couplet, waarna het dessert ter tafel verschijnt. De keus bestaat uit een langzaam gegaard chocoladetaartje of een kaasplankje. Beide niet te versmaden.

Daar het zingen goed bevalt is het derde couplet al snel aan de orde, waarna de koffie ter tafel verschijnt. Tijdens de koffie komt de vraag aan de orde wie de oudste van het gezelschap is om het commando “opstijgen” te geven voor het zingen van het laatste couplet. Hierbij zij aangetekend dat er ook op pony’s kan worden opgestegen. Frans is de oudste in leeftijd en krijgt de eer, waar hij enthousiast gebruik van maakt. Na het zingen van dit laatste couplet komt tegen tien uur een eind aan deze bijeenkomst, kijken we terug op een geslaagde gezamenlijke viering en marcheren tenslotte af naar onze haardsteden.