Amalia in een Duitse tank

Onze kroonprinses heeft onlangs kennis gemaakt met de drie krijgsmachtdelen; de Koninklijke Marine, de Koninklijke Landmacht en de Koninklijke Luchtmacht.
Uiteraard wordt zo’n oriëntatie zorgvuldig voorbereid om de kroonprinses een zo goed mogelijk beeld te bieden van onze krijgsmacht. Ik vraag mij af of zij ook is of wordt geïnformeerd over de staat waarin de krijgsmacht nu verkeert.

De minister van Defensie, mevrouw Ollongren, verklaarde onlangs aan de leden van de Vaste Kamercommissie van Defensie, dat “Nederland grotendeels voldoet aan wat de NAVO van ons vraagt”.
We werken bij voorbeeld ook nauw samen met Duitsland waarbij wij aan een Duits tankbataljon één Nederlands tankeskadron leveren. Voor dat eskadron leaset Nederland ongeveer 14 Leopard tanks van Duitsland. Op papier bestaat één Nederlandse gemechaniseerde brigade dan uit drie gevechtsbataljons; twee eigen pantserinfanterie-bataljons en één Duits tankbataljon.
De NAVO vraagt echter een Nederlandse zware gemechaniseerde brigade, die normaliter bestaat uit twee pantserinfanterie-bataljons en minimaal uit één tankbataljon en bovendien uit eigen artillerie, luchtverdediging, genie, verkenningscapaciteit en logistiek zoals bevoorradings- en herstel-eenheden én geneeskundige capaciteit. In deze samenstelling kan de brigade zelfstandig het beweeglijke gevecht der verbonden wapens voeren.
Tijdens de discussie of we wel of niet voldoen aan wat de NAVO van ons vraagt, verklaart de minister nogmaals dat we daar grotendeels aan voldoen en dat we eigen keuzes maken voor de invulling van het tankbataljon. Ze stelt ook dat wij de artillerie leveren, maar die hoort gewoon bij de organisatie van een brigade. Ook nu leidt samenwerking met een ander land dat wij iets niet doen maar daarvoor in de plaats niet iets anders doen.
In een actualiteiten programma kort na de uitspraken van de minister van Defensie antwoordt de Commandant der Strijdkrachten, de generaal Eichelsheim, op de vraag of we nu we wel of niet voldoen aan wat de NAVO van ons vraagt, dat we daar grotendeels aan voldoen en dat we eigen keuzes maken. Hij wil ook niet ingaan op de vraag wat dan “grotendeels” betekent.
Bij zijn aantreden in april vorig jaar zei de generaal Eichelsheim nog dat de continuïteit van de krijgsmacht in gevaar is en dat Nederland de afspraken aan onze bondgenoten niet na komt. “Het betekent dat je niet alle Nederlanders de veiligheid kunt bieden die de Grondwet voorschrijft. Het betekent dat je de oorlog uiteindelijk verliest, omdat je de dreiging negeert… en nee zegt tegen vrijheid.”
De generaal weet ook nu wel beter maar spreekt zijn minister natuurlijk niet tegen. Hij (en dus ook de minister) weet wat er in de NAVO review 2021/2022 staat, dat ondanks investeringen in onder meer gevechtsvliegtuigen, drones en lange afstands-wapens, Nederland nog steeds niet beschikt over een zware brigade, dat er maar 50 % munitievoorraden zijn en lage voorraden reservedelen en dat er personele onderbezetting is. De conclusie van de NAVO is dat andere NVAO-landen die tekortkomingen moeten invullen, met name waar het de inzet te land betreft.
We moeten ons schamen dat we, hoewel wij weten dat we voor onze veiligheid niet zonder de bondgenoten kunnen, ons deel van dat bondgenootschap niet invullen.

Waarom heeft de Landmacht op dit moment geen eigen tankbataljons? Na de creditcrisis moest de krijgsmacht vanaf 2011 structureel € 1,1 miljard bezuinigen. De Algemene Rekenkamer heeft in april 2021 een rapport aangeboden aan de Tweede Kamer met de resultaten van die bezuinigingen. Na 10 jaar is slechts 50 % van de bezuinigingen gehaald.
Bij de landmacht was men al van 225 Leopard tanks terug naar 116 stuks die vervolgens allemaal verkocht moesten worden. Finland kocht 100 tanks. In 2016 werd besloten dat wij met één tankeskadron deel zouden nemen aan een Duits tankbataljon. We leverden de overgebleven 16 tanks in en sinds 2018 leasen we 18 tanks van Duitsland. Van de beoogde besparing van € 536 miljoen werd slechts 63 % gerealiseerd.
In het in 2018 door de minister gepresenteerde nationale plan voor de NAVO zou Nederland 52 nieuwe tanks (één tankbataljon) aanschaffen zodra daarvoor een budget van meer dan € 1 miljard beschikbaar zou zijn. Volgens de Rekenkamer hadden we beter 52 tanks kunnen upgraden omdat de aanschaf van nieuwe tanks acht (8) maal duurder zou zijn geweest!
In plaats daarvan besloten we in 2019 om voor € 1 miljard negen extra F-35’s aan te schaffen.
De luchtmacht zou vanaf 2011 alle Cougar helikopters afstoten. Dat is later niet doorgegaan. Dus geen bijdrage aan de bezuinigingen. De marine zou vier van de 10 mijnenjagers verkopen. Van de daarmee gemoeide personeelsreductie werd 25 % niet gehaald omdat dat al vacatures waren. De verhuizing van de Marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen zou vanaf 2017 een besparing van € 2,7 miljoen per jaar opleveren. Uiteindelijk zal de nieuwe kazerne niet in Vlissingen komen maar in Nieuw-Milligen én ruim € 1 miljard meer gaan kosten.
De landmacht heeft niet alleen twee tankbataljons geschrapt (inclusief munitie, reservedelen, trainingssimulatoren e.d.) maar ook de helft van de bijna nieuwe gepantserde gevechtsvoertuigen (CV-90 met een 35 mm kanon) verkocht. Voor een deel aan Estland ver onder de prijs. Daardoor kregen twee pantserinfanterie-bataljons geen nieuwe gevechtsvoertuigen. Eén bataljon kreeg de na Afghanistan overtollige Bushmasters (een battlefield taxi zonder vuurkracht en minimale bescherming) en één bataljon kon gedurende twee jaar (!) helemaal niet beschikken over enig gepantserd voertuig. Uiteindelijk is dat pantserinfanterie-bataljon ook naar een infanteriebataljon omgevormd met gepantserde “autobussen”, de Boxer, ook een battlefield taxi. Omdat er bovendien ook geen tankbataljons meer waren, werd de 13e Gemechaniseerde Brigade omgevormd naar een lichte brigade met twee infanteriebataljons.
Conclusie: de landmacht heeft uiteindelijk het leeuwendeel van de bezuinigingen uit de beleidsnota Defensie van 2011 opgevangen en gevechtskracht van vier bataljons (twee tankbataljons en twee pantserinfanteriebataljons) ingeleverd.

Er waren ook plannen om ca. 30 Pantser Houwitsers-2000 te verkopen aan Noorwegen, maar dat plan ging niet door en de houwitsers gingen in opslag. Onlangs is de vuursteuncomponent van de landmacht uitgebreid. We hadden twee vuursteunbatterijen met ieder negen Pantser Houwitser-2000 stukken (155 mm) en één vuursteunbatterij met 16 mortieren 122 mm. Er is inmiddels een vierde batterij operationeel gesteld met zes Pantser Houwitsers-2000. Hoewel de andere batterijen negen PantserHouwitser-2000 hebben, kreeg de nieuwe batterij er slechts zes omdat er geen personeel was om de eenheid te vullen. Inmiddels is een aantal PantserHouwitsers-2000 naar Oekraïne gegaan waardoor er geen of slechts weinig in reserve staan, maar ook de munitievoorraad ver onder peil staat.

Hoewel Rusland in 2008 Georgië binnen viel en in 2014 de Krim annexeerde, kwam het Russisch offensief in Oekraïne toch als een verrassing. Het zou echter geen verrassing moeten zijn dat we op dat moment niet aan onze aangegane verplichtingen aan onze bondgenoten konden voldoen. De NAVO-review 2015/2016 gaf aan dat we slechts 1,08 % van ons BNP aan Defensie uitgaven (in werkelijkheid nog minder omdat Nederland van het defensiebudget ook niet-militaire uitgaven doet). In de review van 2017/2018 zou Nederland meer prioriteit moeten geven aan een volledig inzetbare zware brigade. In de review 2019/2020 constateerde de NAVO dat er nog steeds ernstige kwalitatieve tekortkomingen waren en er nog steeds geen eigen tankbataljon was. Gelukkig hoefde de NAVO niet “in het geweer te komen” en kwamen we met de schrik vrij. Maar gelukkig besefte de regering ook dat we nu alles op alles moesten zetten om onze achterstand in te halen.

De verwerving van nieuwe wapensystemen is met de verhoging van het defensiebudget op korte termijn niet mogelijk. Je koopt die systemen immers niet van de plank. De landmacht focust zich daarom op het zo snel mogelijk opheffen van problemen en tekortkomingen binnen de huidige organisatie. Voor de toekomst richt de landmacht zich ook op brede automatisering van het gevechtsveld, inbegrepen het inzetten van robotachtige.

De vraag is nu of we op termijn weer een of twee tankbataljons moeten hebben. We zien natuurlijk wel uitgeschakelde Russische tanks waarvan de geschutskoepel er af is geblazen. Maar de vele tanks die niet zijn vernietigd zien we niet. De afgeschoten tanks zijn de laatste jaren ook niet gemoderniseerd. Er is geen up-grade uitgevoerd zoals bij de Leopard-tanks. We begonnen met de Leopard-1 en daarna met de Leopard-2 en daaraan hebben we intussen meerdere up-grades uitgevoerd (de aan Finland verkochte tanks waren al van het type Leopard-2 A6). Een belangrijke factor bij het gebruik van tanks is bovendien de geoefendheid van het personeel.
Op brigade-niveau voeren we het beweeglijk gevoerde gevecht met vuur en beweging waarbij we optimaal gebruik maken van weer en terrein. Hierdoor wordt je geen sitting-duck en kan de tegenpartij telkens weer worden verrast. Hierbij speelt de tank een belangrijke rol omdat hij onder alle weersomstandigheden inzetbaar is en snel onder pantser kan verplaatsen en met grote vuurkracht zwaartepunten kan vormen, zowel tijdens het verdedigend als tijdens het aanvallend gevecht.
Dat een luchtmacht-officier de inzet van de huidige high-tech tank vergelijkt met de bereden cavalerie honderd jaar geleden, zou hetzelfde zijn als we de F-35 zouden vergelijken met de Piper-Cub. Bovendien is geen enkel gewapend conflict beslist met alleen inzet van luchtstrijdkrachten. Altijd weer zijn er boots on the ground nodig om de beslissing te maken en een stabiel evenwicht te handhaven.
De huidige situatie in Cherson met beide partijen west en oost van de Dnjepr lijkt op de situatie in de Eerste Wereldoorlog. Men graaft zich in in loopgraven en men beschiet elkaar met artillerie. De militairen in de loopgraven houden dat op de langere termijn niet vol. Als het Westen met nog meer artillerie gaat steunen, zullen die beschietingen alleen langer en intensiever worden. Men zal daar of elders een doorbraak moeten forceren om de tegenpartij te verslaan. Daarbij zullen tankeenheden een doorslaggevende rol spelen.
Dat geldt niet alleen voor nu in Oekraïne maar ook op het moderne gevechtsveld in de nabije toekomst zolang de tegenpartij nog over tanks beschikt.
Daarom moeten we een hoge prioriteit geven aan de invulling van een gemechaniseerde brigade met twee pantserinfanterie-bataljons en één tankbataljon.
Het Nederlandse tank-eskadron met geleasede Duitse tanks is een interim-oplossing om kennis en ervaring met het optreden van tanks te bewaren. De tanks zijn en blijven eigendom (ook politiek) van Duitsland.
We kunnen het niet beter uitleggen: Amalia rijdt in een Leopard tank met het Duitse Bundeswehr kruis duidelijk zichtbaar.

Andere artikelen

Login ledengedeelte VOAWEB