Defensievisie 2035 – Vechten voor een Toekomstbestendige Landmacht

Op 15 oktober 2020 presenteerde de minister van Defensie mevrouw Ank Bijleveld-Schouten de lang verwachte Defensievisie 2035. In 45 bladzijdes wordt beschreven dat wij niet adequaat toegerust zijn om toekomstige dreigingen het hoofd te beiden en veel geld tekortkomen om aan onze (internationale) verplichtingen te voldoen. Laat staan om in staat te zijn een toekomstbestendige organisatie te bouwen. We moeten keuzes maken als Defensie. Maar welke mogelijkheden en keuzes zijn er voor de Landmacht? En is er überhaupt nog wel een bestaansrecht weggelegd voor de Cavalerie in deze Landmacht, ondanks ons nieuw opgerichte tankregiment? Op verzoek van de redactie beziet de auteur, werkzaam bij de staf Commando Landstrijdkrachten, de Defensievisie 2035 en hoopt hij ons aan het denken te zetten.

Geen mosterd na de maaltijd

De Defensievisie 2035 (DV2035) is een open, transparante, maar ook een niet te lijvig document dat een toekomstige Defensie omschrijft. Een visie, vooralsnog zonder bijbehorend budget. Sommigen zien het als een nodeloos stuk papier, omdat het politiek landschap er na de aankomende verkiezingen in maart 2021 weer geheel anders kan uitzien en visies zullen wijzigen. Maar belangrijker is de vraag hoe het nieuwe kabinet de Nederlandse begroting weer in balans brengt, na alle uitgaven tijdens de wereldwijde coronapandemie. En als dan de stof is opgetrokken na de pandemie, ligt er een DV2035 waarin de huidige tekortkomingen en de financieringsbehoeften zijn beschreven en het belang van Defensie als een huis staat. Want dat hebben we keihard nodig in de wijzigende geopolitieke machtsverdeling en in een Europa dat op eigen benen moet kunnen staan.

Het rommelt

Op 6 januari 2020 bestormden aanhangers van president Trump het Capitool in Washington D.C. Velen noemden het een aanval op het hart van de Amerikaanse democratie van een land dat tot op het bot verdeeld is geraakt.

Vol ongeloof aanschouwen we op 06 januari j.l. de onverwachte bestorming van het Capitool in Washington D.C. Overtuigde aanhangers van president Trump, die door desinformatie geloofden dat de verkiezingen gestolen waren, namen binnen enkele uren bezit van het hart van Amerikaanse democratie. Dit geeft aan hoe fragiel en verdeeld dit land is geraakt tijdens de afgelopen regeerperiode van president Trump. Onze traditionele bondgenoot richt zich naar verwachting, ook onder president Biden, op Azië. Interne veiligheidsaangelegenheden staan eveneens hoog op de agenda, juist door die grote verdeeldheid binnen de Verenigde Staten. Tegelijkertijd zal president Biden zijn handen vol hebben aan het bestrijden van de coronapandemie, waarbij de Verenigde Staten wereldwijd koploper is.

Maar er gebeurt meer op het geopolitieke toneel. China wordt machtiger en streeft ernaar om voor 2050 wereldleider te zijn, zowel op technologisch als op militair vlak. Hun defensiebudget steeg tot € 178,2 miljard afgelopen jaar. Niet voor niets kwam het Nederlandse kabinet in 2019 met een China strategie, waarin we de mensenrechtensituatie in China afkeuren, maar ook concluderen dat we economisch niet zonder dit land kunnen.

Camerabeelden van de Russische inlichtingenofficieren, die beschuldigd werden van de hack-operatie op de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPCW) in 2018 in Den Haag.

Rusland blijft haar invloed en (militaire) macht gebruiken om haar historische grenzen zeker te stellen en meer grip op de Arabische landen te krijgen. President Poetin herinnerde de wereld tijdens de Munich Security Conference in 2007 aan ‘de gebroken belofte’, na de val van de Muur, dat de NAVO nooit naar het Oosten zou uitbreiden. De nieuwe geopolitieke weg die Rusland is ingeslagen sinds 2007 zien we elke dag terug met grootschalige desinformatiecampagnes, beïnvloeding van verkiezingen, de annexatie van de Krim en inmenging in bijvoorbeeld de oorlog in de Oekraïne.

Daarnaast blijft de bevolking op het Afrikaanse continent groeien, en daarmee ook haar zoektocht naar veilig heenkomen met welvaart en perspectief. Vluchtelingenstromen, die als gevolg hiervan ontstaan, worden door bijvoorbeeld een Turkse president Erdogan ‘diplomatiek’ gebruikt als een politiek pressiemiddel richting de EU. Daarmee blijven onze Europese buitengrenzen permanent onder druk staan, zowel fysiek als bijvoorbeeld in de cyberomgeving.

Onze minister zei in 2018 dat we in cyberoorlog met Rusland waren verwikkeld, dit nadat een viertal Russische inlichtingenofficieren op Nederlandse bodem was gearresteerd en uitgezet. Zij hadden een hackpoging voorbereid op de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW), die de vergiftiging van de overgelopen Russische spion Skripal en zijn dochter in Salisbury onderzocht.

De dreigingsanalyse. Het gehele palet aan dreigingen die men voor nu en de toekomst identificeert.

Naast de nabijgelegen brandhaarden en vluchtelingenproblematiek die Europa raken, zijn er intern ook uitdagingen met EU-lidstaten. Denk bijvoorbeeld aan Polen en Hongarije, die de onafhankelijke rechtstaat op een andere wijze interpreteren. Of de nasleep van de Brexit-deal, waarmee we een belangrijke EU-partner verliezen.

Bij de NAVO is men ook allerminst gerustgesteld. President Trump stelt Artikel 5 ter discussie en trekt zonder overleg troepen terug. Niet alleen uit missiegebieden, maar mogelijk ook uit Duitsland. Hiermee wil hij NAVO-lidstaten onder druk zetten om aan de NAVO-norm te voldoen. Ook Turkije baart zorgen, dat zelfstandig Noord-Syrië binnenvalt, flirt met Rusland en deze liefde bezegelt met een wapendeal. Of President Macron die de NAVO hersendood noemt, na gedragingen van president Trump binnen het bondgenootschap. En al deze kopzorgen ontwikkelen zich in een snel veranderende wereld, waarbij technologie en informatie steeds toegankelijker wordt voor eenieder. En dreigingen daardoor uit onverwachte hoek kunnen komen.

Transparant naar 2035

Kenmerkend voor de DV2035 is dat de olifant in de kamer niet vermeden wordt: er wordt benoemd dat we niet adequaat zijn toegerust voor huidige en toekomstige dreigingen, en dat Europa op eigen benen moet staan. Ook voor het eerst, tegen de zin van velen, spreekt onze minister over bedragen die Defensie nodig heeft voor herstel en technologische groei. Daarvoor hebben we structureel € 13 tot € 17 miljard extra nodig, boven op de huidige begroting die nu tussen de € 11 en € 12 miljard blijft en maar 1,2% vormt van ons Bruto Binnenlands Product (BBP). De afspraak tijdens de NAVO-top in Wales in 2014 was om door te groeien naar 2% van ons BBP tot in 2024, conform de NAVO-norm. Helaas is deze norm nog ver uit zicht. Maar, zo stelt de DV2035, ongeacht welke keuzes de komende kabinetten maken en prioriteiten die gesteld worden, Defensie moet starten met het verwezenlijken van deze visie. Gepaard met een realistische blik, omdat we keuzes moeten maken: niet alles kan, en niet alles kan tegelijk. De verwachting is echter dat een budget voor optimale groei niet haalbaar is. Men kijkt nu naar de gemiddelde groei richting 2024 van nationale Defensiebudgetten binnen Europa. Maar zelfs dat blijkt moeilijk haalbaar.

Op basis van deze 3 eigenschappen en 10 inrichtingsprincipes wil Defensie een andere weg inslaan naar 2035, of er nu geld bij komt of niet.

Een nieuw Profiel

De DV2035 spreekt over een nieuw profiel voor Defensie aan de hand van drie eigenschappen en tien inrichtingsprincipes. Dit moet de basis vormen om nu en in de toekomst onze organisatie zodanig in te richten dat we een antwoord hebben op dreigingen en problemen, zowel binnen als buiten Nederland. We blijven gebruikmaken van het succesvol combineren en integreren van diplomatie, economisch beleid, ontwikkelingssamenwerking, inlichtingen en interdepartementale samenwerking, zoals we dat in Uruzgan en vooral in Mali hebben laten zien. Helaas zien we niets concreets terug over de intensieve samenwerking, of zelfs diepe integratie, van Nederlandse militairen met andere bondgenoten, zoals met de Duitse Bundeswehr. Hierin worden we door onze bondgenoten alom geprezen en gezien als internationaal voorbeeld.

De drie hoofdtaken, grondwettelijk vastgelegd, zijn nog steeds vanzelfsprekend. Alleen hebben we ons sinds de val van de Muur vooral gericht op hoofdtaak 2: de bescherming en bevordering van de internationale rechtsorde, door vredemissies onder de vlag van de VN, EU of NAVO. Steeds meer zien we de accenten verschuiven naar de andere twee hoofdtaken. We leveren een significante bijdrage aan NATO’s Very High readiness Joint Task Force (VJTF) en de missie in Litouwen, enhanced Forward Presence (eFP), die overduidelijk vallen onder hoofdtaak 1, de bescherming van het eigen of bondgenootschappelijk grondgebied.

Militair personeel verlicht de druk op de civiele zorginstanties tijdens de Covid-19 pandemie.

De huidige ondersteuning met militair personeel van de civiele zorginstanties of teststraten tijdens de coronapandemie is een goed voorbeeld van hoofdtaak 3. De Landmacht neemt hierbij het leeuwendeel voor zijn rekening. Dit geldt trouwens ook voor de bijdragen in het kader van hoofdtaak 2, in het verleden en het heden. Hiermee heeft Nederland een bewezen behoefte aan een ‘single set of forces’ die in alle hoofdtaken breed inzetbaar is. In lijn met een groot deel van de inrichtingsprincipes, spreekt het tegen het inrichtingsprincipe waar gepleit wordt voor verdere specialisatie.

In de DV2035 is de inzet van de krijgsmacht geen ambitie meer. Integendeel, het wordt (terecht) verwoord als pure noodzaak voor onze veiligheid in Nederland, waarbij we onze democratie, welvaart en vrijheid willen behouden. Ambitieniveaus laten we daarom los. We zien ook een sterkere koppeling ontstaan tussen hoofdtaak 1 en 3. Het cyberdomein is bijvoorbeeld ons eigen en bondgenootschappelijk grondgebied, dat we bewaken samen met civiele autoriteiten. De enige vraag die opkomt, is de zinssnede die we vaak lezen in de DV2035: ‘Defensie kan ingezet worden in het hoogste geweldsspectrum’. Maar hebben wij daar de middelen en mensen voor? En kan de Cavalerie hier iets in betekenen?

De Koninklijke Landmacht binnen de Defensievisie 2035.

De Mens binnen de Landmacht

De vertaalslag van de DV2035 door de Landmacht wordt gevat in een hedendaagse infographic. De Landmacht centreert zijn visie rondom de mens, die het verschil maakt als verbindende factor tussen informatie en slagkracht. Wij zijn namelijk het enige Defensieonderdeel dat in elk operatiegebied als mens, tussen de mensen staat. The boots on the ground. In elke geografische omgeving moeten onze mensen in staat zijn in een persoonlijk gesprek het vertrouwen te winnen van de persoon die tegenover hem of haar staat, bescherming te bieden en het gevecht te winnen, wanneer dit gevecht niet te vermijden is door de-escalatie of afschrikking.

Demografische ontwikkelingen leiden ertoe dat onze beroepsbevolking in de toekomst niet of nauwelijks meer groeit. Het blijft moeilijk de Landmacht te vullen met personeel, ook in de toekomst. Als de Landmacht wil blijven groeien, zal het op een andere wijze de gelederen moeten vullen. We zien momenteel ontwikkelingen op het gebied van robotica en artificial intelligence (AI), samengebracht in autonome systemen. Dit vindt plaats binnen de 13e Lichte Brigade in Oirschot in een experimenteeromgeving binnen de Robotica en Autonome Systemen (RAS) eenheid. We moeten naar mens-extensieve en onbemande systemen, die binnen nu en tien jaar binnen onze eenheden en ons optreden een vast onderdeel vormen. De mens blijft de baas, omdat alleen wij een ethisch normbesef hebben en de emoties begrijpen van de medemensen om ons heen. Er wordt ook geëxperimenteerd met onder andere een onbemand rupsvoertuig, drones en sensoren, samen met civiele, commerciële partners. Hierdoor beproeven we nieuwe technologie en optreden, die onze inbreng in Europese Defensieprojecten waardevol kan maken.

Het nieuwe Manoeuvreren

In lijn met de Defensienota 2018 (DN2018) en de DV2035 investeren we in Informatie Gestuurd Optreden (IGO). Afgelopen november is naast ons nieuwe tankregiment ook het Wapen van de Information Manoeuvre opgericht. Hiermee zet de Landmacht een belangrijke stap en specialiseren we ons in het opbouwen en behouden van een gezaghebbende informatiepositie. Sensoren, databases, data-analysecapaciteit en wapensystemen worden aan elkaar gekoppeld. Dit zorgt ervoor dat wij de conflictomgeving beter begrijpen en sneller besluiten kunnen nemen. Het stelt ons in staat aan alle mogelijke dreigingen het hoofd te bieden. We spreken dan over dreigingen in het cognitieve (gedrag, perceptie en onderlinge interactie), virtuele (cyber & elektromagnetisch spectrum) en fysieke (mens en middelen – tastbaar en zichtbaar) domein. Het Wapen bestaat uit twee korpsen: het Korps Communication & Engagement (C&E) en het Korps Inlichtingen & Veiligheid (I&V).

Het Duits-Nederlandse Panzerbataillon 414 wordt door de NAVO gerekend tot de slagkracht van de Bundeswehr. Niet tot die van onze eigen krijgsmacht.

Ook op een lager, tactisch niveau wordt er geëxperimenteerd met IGO. Het 17e Infanteriebataljon Garderegiment Fuseliers Prinses Irene in Oirschot laat door middel van het Tactical Information Manoeuvre Team (TIMT) op compagnies- en bataljonsniveau zien hoe om te gaan met het huidige, complexe gevechtsveld. Experimenteren met eigen capaciteiten die door middel van open en eigen gegenereerde informatie worden ingezet in een genetwerkte omgeving om zo de vijand uit te schakelen die in een hybride omgeving acteert. Van infanterist naar computernerd, maar dan anders. Het laat zien dat het noodzakelijk is deze weg in te slaan, als we onze huidige en toekomstige vijand willen voorblijven. Maar vecht de infanterist-van-de-toekomst niet meer met zijn geweer?

Een geloofwaardige Landmacht

Tijdens de voorjaarsnota Defensie 2019 werden de resultaten van de NATO Defence Planning Capability Review letterlijk benoemd. Hierin beschrijft de NAVO dat de grootste tekortkoming binnen onze Landmacht een Heavy Infantry Brigade is. De 43e Gemechaniseerde Brigade in Havelte mist in deze, naast haar twee pantserinfanteriebataljons 44 en 45, een Nederlandse vuist. Het Duits-Nederlandse Panzerbataillon 414 wordt door de NAVO gerekend tot de slagkracht van de Bundeswehr. Niet tot die van onze eigen Landmacht. Zo benoemde onze minister in haar brief naar de Tweede Kamer (het nationaal plan) dat naast bijvoorbeeld de extra F35 gevechtsvliegtuigen, IGO en SOF Support (ondersteuning Special Forces) en de uitbreiding van het I&V domein, ook de Versterking Vuurkracht Land (VVL). Hierin is het plan gevat om de Landmacht te versterken met een eigen tankbataljon en een afdeling lange-afstands precisie raketartillerie, inclusief alle ondersteuning, om uiteindelijk tot die Heavy Infantry Brigade te komen. In de voorjaarsnota is echter alleen ruimte gevonden om 9 extra F-35’s aan te schaffen en te voorzien in de 1e slag SOF Ground Enablers. Daarnaast wordt er budget gevonden om langer met de transporthelikopter Cougar door te vliegen. Een eerste stapje in de richting van het verkleinen van de tekortkomingen van de Nederlandse krijgsmacht in de ogen van de NAVO. Waar de F35’s en de onderzeeboten concreet worden benoemd, zien we de VVL niet terugkomen in de DV2035. Hooguit de versterking van de ondersteuning, onze Combat Support en Combat Service Support.

Wel spreekt men in inrichtingsprincipe 4 van ‘escalatiedominantie met onze partners’. Alleen een bijlage verwijst naar een zware infanteriebrigade. Het woord ‘tank’, op welke manier dan ook, zien we niet terug. Bij de verstaalslag van de visie door de Landmacht is dat anders. Men kijkt in de toekomst en spreekt over een Main Ground Combat System (MGCS), een system of systems-benadering voor de vervanging van een groot deel van de huidige landsystemen en bijbehorende sensoriek en IT. Hieronder ook een volgende generatie Main Battle TANK. Dit Duits-Franse project, waarin andere landen kunnen deelnemen als observer of participant, is een uitermate geschikte gelegenheid om de Nederlandse Capabilty Gap in te vullen. Niet te vergeten dat dit gunstig zou kunnen zijn voor onze eigen industrie of het bedrijfsleven. Nederland heeft zich vanzelfsprekend aangemeld, waarop Berlijn en Parijs positief reageerden en beide landen ons voorstel in overweging nemen. Een betrouwbare en geloofwaardige Landmacht, die niet alleen bestaat uit infanterie en ondersteuning, maar ook kan afschrikken en vechten door een vuist van raketartillerie en tanks binnen het huidige en toekomstige optreden.

Rond de jaarwisseling zijn door de Defensie Materieel Organisatie (DMO) grote materieelcontracten getekend voor de MidLife Update (MLU) van het Infanterie Gevechtsvoertuig CV-9035 en het verkenningsvoertuig Fennek. De MLU van de Panzerhaubitze (PzH 2000 – 152mm artillerie) zal binnenkort volgen, waarmee honderden miljoenen euro’s gemoeid zijn om met deze systemen tot 2035 operationeel relevant en technisch inzetbaar te blijven. Ook gaat er Defensiebreed geïnvesteerd worden in nieuwe IT-systemen, die binnen het project Grensverleggende IT (GrIT) vallen. Het Tactical Edge Network (TEN) gaat ervoor zorgen dat alle tactische communicatie met elkaar kan ‘praten’, of interoperabel is, ook met onze primaire partner Duitsland. Dit is hard nodig, willen we een robuuste genetwerkte en informatiegestuurde Landmacht zijn. Maar in het voorsorteren op toekomstige, hoogtechnologische gevechtssystemen zien we nog niets concreets. In orde van grootte van de F35 voor de Luchtmacht of de nieuwe onderzeeboot voor de Marine, is het Main Ground Combat System ‘the next big thing’ voor de Landmacht.

Wat nu?

Complicerende factoren zijn de onvoorziene kosten van de pandemie, maar ook bijvoorbeeld het strategisch vastgoedvraagstuk binnen Defensie, waar door jaren achterstallig onderhoud in geïnvesteerd moet worden. Daarmee rijst de vraag: is er op dit moment überhaupt geld voor VVL? VVL houdt niet alleen tanks in, maar ook het investeren in Combat Support, waar onze verkenningseenheden deel van uitmaken. Wat betekent dat voor de Cavalerie? Zijn we nog steeds relevant? We worden steeds kleiner in aantallen. Onze I&V-specialisten stappen over naar het nieuwe Wapen Information Manoeuvre en krijgen na jaren eindelijk hun eigen entiteit binnen het korps I&V, maar voor de Cavalerie is dit een aderlating. Ons wapen wordt nog kleiner van omvang, minder divers en mogelijk minder gewichtiger in toekomstige discussies. We zien nu al dat er te weinig permanente vakinhoudelijke invloed is in de pilaar Kennis & Ontwikkelingen (K&O). We kunnen gewoonweg niet altijd kennis en ervaring garanderen binnen het Kenniscentrum Grond Gebonden Manoeuvre (KC GGM), of de afdeling Strategie & Planning (S&P) binnen de Staf Commando Landstrijdkrachten (CLAS) tot aan de Afdeling Landoptreden (ALO) van Directie Plannen in Den Haag. En die is essentieel, wil je invloed behouden in toekomstige ontwikkelingen met een Cavalerie-oog. De heroprichting van Bureau Tanks heeft het helaas niet gehaald binnen het Kenniscentrum ten tijde van de oprichting van Panzerbataillon 414. Alleen bij de oprichting van een eigen Nederlands tankbataljon in de toekomst, komt er ook weer een Bureau Tanks.

Onze verkenningseskadrons raken meer en meer verdeeld door hun koppeling aan de vier moedereenheden (Gemotoriseerd, Gemechaniseerd, Luchtmobiel & JISTARC) en hun eigen personeelsdoorstroom. Dat verkennen voor de verkenner de basis is, is niet meer vanzelfsprekend. Ook zij gaan mee met de tijd, in hun eigen brigade. Ze moeten wel.

Main Ground Combat Systems (MGCS) op het slagveld van de toekomst.
Main Ground Combat Systems (MGCS) op het slagveld van de toekomst.

Ondanks dat we onder druk staan, blijft ons wapen relevant en noodzakelijk. Karaktereigenschappen onder het credo van ‘Vorwarts Denken, Vorwarts Schauen, Vorwarts Reiten’, zijn kenmerkend voor de cavalerist. Over lange afstanden, bereden, snel en flexibel kunnen manoeuvreren, en daar het verschil maken door de vijand een beslissende slag toe te brengen, ook binnen Multi Domain Operations. Niet te vergeten de zorg voor materiaal: ‘eerst het paard, dan de huzaar’. Basisprincipes die altijd zijn gebleven.

Informatie gestuurde Cavalerie

Het wordt dus hoog tijd dat we nadenken hoe we als cavalerie met onze jarenlange kennis en ervaring op het gebied van slagkracht, mobiliteit en informatie verzamelen kunnen aansluiten op een informatiegestuurde Landmacht. We zien ontwikkelingen binnen de brigades richting een grotere behoefte om informatie te verzamelen, verwerken en verspreiden, om zo op vijand en omgeving het voordeel te verkrijgen. Zo is het idee ontstaan om een verkenningseskadron uit te breiden naar een bataljon per brigade, vergelijkbaar met onze Duitse collega’s, versterkt met extra sensoren, waaronder drones en elektronische oorlogsvoering. Maar ook C&E componenten, analisten en cyberspecialisten. Mijn mening is dat elke brigade een Information Manoeuvre bataljon nodig heeft, zodat de brigade permanent versterkt is met een Subject Matter Expert (SME) die Situational Understanding verschaft over de omgeving waar de brigade voor verantwoordelijk is. Zo kunnen infanteriebataljons, die nu zelf experimenteren met IGO, weer terug naar datgene waar ze goed in zijn: vechten!

Gezien deze eenheid acteert binnen de brigade-operatie en eigenlijk tactische gevechtsinlichtingen verzorgt, zal iemand met ervaring binnen het brigadegevecht dit bataljon met zijn variëteit aan sensoren moeten leiden. Bij uitstek een kans voor onze verkenners, die hierbinnen worden grootgebracht. JISTARC blijft voor het hogere niveau inlichtingen voorzien als strategisch I&V-eenheid. Denk bijvoorbeeld als deel van de divisietroepen voor divisieniveau en hoger, waarbinnen aansluiting wordt gezocht met de MIVD. Het Informatie Manoeuvre Bataljon (InfManBat) sluit dan hierop weer aan vanuit het brigadeniveau.

Maar hoe integreer je die tank in het informatiegestuurd optreden? Primair blijft een tank de fysieke slagkracht, de vuist, van de brigadecommandant. Hiermee beslist hij het fysieke gevecht. Duitsland en Frankrijk zijn het er nog niet over eens of ze een opvolger voor hun tank, respectievelijk de Leclerc of de Leopard-2, willen. De planning van beide landen is nu om het concept in 2035 (!) van de band te laten rollen, waarbij de eerste beproevingen in 2028 moeten plaats vinden. Frankrijk heeft de vervanging van haar gevechtsvoertuigen reeds ondergebracht in het project ‘Scorpion’, waardoor ze alleen opzoek is naar een vervanging van hun tank, de Leclerc. Duitsland is daarentegen op zoek naar een breder scala om meerdere gevechtsvoertuigen te vervangen, hoewel ze al een opvolger heeft voor haar infanteriegevechtsvoertuig genaamd de ‘Puma’. De verwachting is dat men op zoek gaat naar een start door middel van een gezamenlijk Direct Firing Platform, waar vanuit de basisprincipes uitrolbaar zijn naar andere landsystemen. Verregaande technologische ontwikkelingen, zoals een mens-extensief of zelfs onbemand systeem in combinatie met artificial intelligence, een hybride of elektronische aandrijving, actieve camouflage, makkelijker transportabel en luchtverlaadbaar, naast een groter kaliber kanon of zelfs toekomstige technieken zoals laser, zal voor de Landmacht de nieuwe stap in de toekomst moeten zijn, willen we een credible force op land kunnen ontplooien.

Hoe brengen we de MGCS dan binnen een informatiegestuurde Landmacht? Net zoals de marine haar onderzeeboten en de luchtmacht haar F35 hebben ingebracht, moet het Main Ground Combat System (MGCS) ook worden gezien als een informatiestofzuiger. Onze kracht is het verbinden van sensoren aan slagkracht, waarbij ‘every soldier is a sensor’ principe van toepassing is. Want conflicten worden op de grond, tussen de mensen gewonnen. En daarvoor moet je je omgeving begrijpen. Dat is onze kracht, waarbij in de toekomst elk landsysteem als deel van MGCS een informatiestofzuiger is binnen de Landmacht. Behangen met sensoren en communicatiemiddelen, goed beschermd als een bepantserde server of ‘tactical cloud server’, genetwerkt verbonden met een continue stroom aan informatie. En net zoals de onderzeeboot met een torpedo of een F35 met een bom, kan het MGCS de vijand ook met een kanon uitschakelen.

Investeren

Een randvoorwaarde voor de invoering van de MGCS en een nieuw DFP, met andere woorden een toekomstige tank, is dat we nu al investeren in kennis en ontwikkeling en ervoor zorgen dat IGO ook omarmd wordt binnen ons wapen. Daarnaast moeten we het gevecht van verbonden wapens met onder andere de tank opnieuw gaan borgen binnen de Landmacht, voordat het te laat is. Brigades moeten de wens uiten voor zowel slagkracht in informatie als in het fysieke domein door middel van een InfManBat en een DFP. Daarmee zetten we de volgende stap in het IGO, doordat we onze mensen, de IT-systemen, sensoren en hun voertuigen integreren tot grote informatiestofzuigers, die ook kunnen slaan.

Nu al tanks aanschaffen tot aan 2035, betekent veel meer innovatievermogen om nieuwe kennis in te brengen in dit project. Samen met de Nederlandse industrie kunnen we met een op korte termijn aan te kopen tankvloot beproevingen uitvoeren die uiteindelijk ook binnen het MGCS-project van meerwaarde zijn. Vul je nu een tankbataljon met bijvoorbeeld een Leopard-2A7V, inclusief personeel, kan deze organisatie één-op-één over naar een MGCS-eenheid. En je voldoet aan de NAVO-eis. Ook blijven we onze bataljons trainen in het optreden met tanks. Mijn menig is dat dit primaire aspect van het overdragen van kennis door Duitse tankeenheden binnen de Nederlandse Landmacht niet goed uit de verf komt, vanwege de huidige beperkte inzetbaarheid van de Duitse tankvloot in verband met grootschalige modificatieprojecten. Dat betekent zeer zeker niet stoppen met deze samenwerking. Maar vooral voor beiden dat eruit halen, wat van meerwaarde is voor toekomstige ontwikkelingen, zoals binnen een MGCS-project. Want daarmee blijf je de K&O-pilaar voeden, die vakinhoudelijk productief blijft ten behoeve van het ontwikkeltraject binnen het MGCS-project, samen met de Nederlandse industrie.

Het MGCS-project zal hiermee de Europese samenwerking op Defensiegebied versterken en Nederland als een van de koplopers maken binnen dit hoogtechnologisch project, samen met Duitsland en Frankrijk. En korte-termijn-investeringen wekken immers vertrouwen bij onze partners en bevestigen dat het ons menens is om te investeren in een MGCS, de Europese samenwerking en in de eisen van de NAVO. Want nu hebben we een Landmacht zonder tanden, die niet voldoet. De DV2035 en IGO biedt voldoende opties om nu en in de toekomst relevant te blijven als Cavalerie, Verkenner en Tanker. Het belangrijkste hierin is om alle handen op elkaar te krijgen, als Cavalerie het voortouw te nemen in ‘the next big thing’ en gebruik te maken van het momentum. Daar waar we goed in waren, en nog altijd zijn. Want deze kans gaan we geen tweede keer meer krijgen!

Andere artikelen

Login ledengedeelte VOAWEB