Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne poogt de Oekraïense regering haar militaire vermogen en voortzettingsvermogen te verbeteren door NATO-lidstaten op te roepen om o.a. wapens te leveren. Aanvankelijk leverde Nederland beschermingsmiddelen en geweren, later Stingers en Panzerfausts. Medio april neemt de roep naar voornamelijk zwaarder materieel toe.
Eind april meldt de Minister het voornemen om een beperkt aantal Nederlandse pantserhouwitsers te leveren. Op dat moment zou het besluit formeel nog niet genomen zijn, omdat er nog geen militair advies geformuleerd is. Kort daarna volgt: Nederland levert vijf pantserhouwitsers. Duitsland vult dat aantal aan tot twaalf stukken, voorziet in de munitie en gaat de Oekraïense militairen opleiden.
Tegelijkertijd lijkt de beslissing beroering te veroorzaken binnen Defensie. In het huidige regeerakkoord was meer geld voor Defensie voorzien om haar operationele capaciteit te verbeteren. Een essentieel element daarvan is reparatie van het vuursteunsysteem van de Koninklijke Landmacht. Door pantserhouwitsers aan Oekraïne te leveren, zou de inzetbaarheid van de Koninklijke Landmacht verder uit zicht raken.
De stelling voor deze editie luidt: “het is verstandig dat Nederland pantserhouwitsers levert aan Oekraïne. Daarmee laat Nederland zich gelden als betrouwbare partner.”