We leven in een door informatie gedomineerde samenleving. Een grote verscheidenheid aan individuen en groepen zijn afhankelijk en eisen informatie via complexe interactie en technologieën. Door snelle ontwikkelingen in de informatietechnologie en de mondiale verspreiding en penetratie van het internet zijn de mogelijkheden van het gebruik van informatie vanuit een militair perspectief de laatste decennia revolutionair veranderd. Informatie is niet alleen voorwaardelijk geworden voor militair succes, maar wordt meer en meer als wapen (weaponising of information) ingezet. Er is min of meer een continue strijd gaande in het informatielandschap, waarbij opponenten elkaar toegang tot en (juist) gebruik van informatie proberen te ontzeggen door niet alleen beïnvloedingsmaatregelen en beschermingsmaatregelen maar ook misleiding en manipulatie. Er wordt dus gevochten om en met informatie. Het vechten om en met informatie wordt ook wel Information Manoeuvre genoemd. Met dit artikel proberen we iets meer inzicht te verschaffen in dit relatief nieuwe fenomeen van oorlogvoering.
De toegenomen wereldwijd verspreide communicatiemiddelen, vooral internet en smartphone technologie hebben geleid tot ongekende complexe, vaak ongecontroleerde en spontane, strijd met woorden en beelden. En deze strijd wordt niet alleen gevoerd door autoriteiten, maar ook door veel individuen en diverse belangengroeperingen die immers ‘online’ veel mensen kunnen bereiken. Ook deze nieuwe actoren zijn nu in staat tot beïnvloedingstactieken en bemoeien zich ook daadwerkelijk met gewapende conflicten. Daarnaast kunnen de informatie-activiteiten ook relatief gemakkelijk verborgen blijven, door gebruik te maken van ‘fake identities’, ‘trollen’, ‘bots’, ‘avatars’ en VPN (Virtual Private Network) constructies, waardoor hun identiteit verhuld is (en attribution heel moeilijk maakt). Hierdoor is een complex informatielandschap en dynamische informatiestrijd ontstaan, met fundamenteel andere spelregels dan vroeger, die bovendien snel veranderen door technologische vooruitgang. Deze informatiestrijd stelt autoriteiten voor grote uitdagingen, maar schept tegelijkertijd mogelijkheden.
Mensen zijn echter kwetsbaar. Ze zijn slecht in staat om waarheden van onwaarheden te scheiden en herinneren zich bijvoorbeeld later niet dat bepaalde informatie onjuist was. Ook kunnen ze slecht omgaan met ‘information overload’, waardoor ze niet meer nadenken of bepaalde informatie wel juist was. Dit maakt weer dat bepaalde bekende thema’s of berichten aantrekkelijk blijven, ook al waren ze onjuist. Die bekendheid geeft immers houvast in de informatiechaos. Als daarnaast informatie ook vergezeld gaat met geloofwaardig, maar vervalst bewijs, geloven mensen het snel. Zeker als het bewijs of de verklaring ook nog de schijn van objectiviteit draagt, maar niemand de herkomst ervan zeker stelt. Het eindresultaat is dat iedereen onzeker wordt en twijfelt welke informatie wel of niet te vertrouwen is. Dit maakt ons kwetsbaar voor dergelijke geraffineerde beïnvloedingsmethoden. Feitelijk is er sprake van een min of meer continue strijd met informatie om beeldvorming te bereiken. Soms positieve beeldvorming, maar vaak ook negatieve of misleidende beeldvorming (perception warfare). Onze eigen bevolking wordt dus de belangrijkste doelgroep van informatie-activiteiten van de tegenstander. Als deze tegenstander zijn activiteiten goed uitvoert, zal de bevolking niet eens in de gaten hebben dat ze onder informatieve en psychologische invloed staan van de tegenstander. Dit kan zelfs leiden tot de paradoxale situatie dat een tegenstander zijn doelstellingen behaald met MEDEWERKING van de eigen bevolking. Onder druk van de bevolking (die immers zijn democratisch recht uitoefent) zullen eigen militaire activiteiten worden gehinderd en vitale militaire capaciteiten worden geneutraliseerd of niet ingezet. Met andere woorden: informatie-activiteiten van de tegenstander degraderen potentieel ernstig eigen fysieke militaire capaciteiten.
‘I began to understand that I was caught up in two wars: one fought on the ground with tanks and artillery, and an information war fought largely, though not exclusively, through social media. And, perhaps counter-intuitively, it mattered who won the war of words and narratives (rather) than who had the most potent weaponry.’
‘Central to the change in method is the idea that military operations can become a form of informational operation and seek political rather than specific military outcomes.
David Patrikarakos on Eastern Ukraine, War in 140 Characters, 2017
Door diverse strategische analisten is informatie daarom aangeduid als het nieuwe centrale element in de veiligheidsomgeving. De partij die de informatie (en beeldvorming) controleert is de bovenliggende partij en beheerst dus feitelijk het slagveld. De centrale (machts)positie van informatie wordt soms ook wel aangeduid als een nieuwe Militaire Revolutie. Informatie wordt dus vooral gebruikt om legitimiteit van het eigen optreden te verzekeren en dat van de tegenstander te ondergraven, maar ook om het eigen handelen te vergemakkelijken en dat van de tegenstander te hinderen. Voor beïnvloeding zijn doelgroepanalyse en ‘psychologic profiling’ belangrijk. Op basis hiervan kunnen beïnvloedingstactieken en benaderingsprofielen worden opgesteld om voordeel te halen in de strijd. Psychologie en kennis van groepsdynamieken zijn hierbij belangrijk. Men kan immers geen tegenstander(s) beïnvloeden die men niet kent. Veel relevante kennis is daarom bijvoorbeeld in de reclamewereld te vinden.
Artificial Intelligence
Vooral als informatievergaring en informatiegebruik worden gekoppeld met kunstmatige intelligentie (Artificial Intelligence (AI) ontstaat een krachtige mogelijkheid om gepersonaliseerde informatie activiteiten te ontplooien. AI geeft immers de mogelijkheid om met geautomatiseerde detectie mogelijkheden van geavanceerde software de belangen, meningen, wensen, hoop en angsten van geselecteerde personen in kaart te brengen en vervolgens ‘op de persoon gerichte’ en dus potentieel succesvolle beïnvloedingsmethodes toe te passen (personalised targeting). En dat zonder dat het doelwit het zelf in de gaten heeft dat hij of zij beïnvloedt wordt en indirect ook zelf weer zijn of haar omgeving beïnvloedt. Ook kan met AI disinformatie worden verspreidt. En deze beïnvloedingsinformatie kan ook in grote hoeveelheden worden geproduceerd. AI heeft dus in feite de mogelijkheid om ‘to take information you have and generate information you don’t have’. En dat op zeer grote schaal. In de literatuur wordt de combinatie van informatie en AI ook wel de ‘Influence Machine’ genoemd.
Dit is overigens niet geheel nieuw. Ook in eerdere tijden werd al met informatie gevochten. Eén van de redenen dat de protestantse hervormers succesvol waren in hun godsdienstoorlogen is dat ze in staat waren om in de kritieke jaren na het Edict van Worms (1521-1526) tot vier keer meer drukwerk wisten te verspreiden onder lokale machthebbers dan hun katholieke tegenspelers. Ook de Nazi’s en Stalinisten benutten de radio en (later) de tv extensief om hun ideologieën te verspreiden. Beide regimes bezaten een centraal aangestuurd en verbonden netwerk van radio, publieke spreker en in later jaren tv om hun beïnvloedingsboodschappen te verspreiden. De drukpers van Gutenberg en de vacuümbuizen van radio en tv waren dus technologieën met een word-changing impact. Net zoals nu internet ven AI.
Rusland
Ook andere landen erkennen het belang van informatie. In Rusland wordt de zogenaamde Gerasimov doctrine gehanteerd. Deze doctrine legt veel meer nadruk op irreguliere methoden om politieke doeleinden te bereiken, waarbij informatie zelfs centraal staat. Rusland spreekt ook van een continue informatieoorlog (‘informatsionnaya voyna’) waarbij subversie, waarheidsverdraaiing, cyber aanvallen, psychologische beïnvloeding, social media controle, massa manipulatie, propaganda en ‘geloofwaardige ontkenning’ tot hun informatiearsenaal behoren. Alles om westerse opinies te beïnvloeden en twijfel en wantrouwen te zaaien en de cohesie binnen NAVO te verminderen en steun van de eigen bevolking te verzekeren (op dezelfde manipulatieve wijze met informatie). Hiervoor is zelfs een aparte legereenheid opgericht (bekend als de ‘Troll Army’).
Generaal Gerasimov, Chief General Staff van het leger van de Russische Federatie, zegt hier zelf over: ‘the information domain opens wide asymmetrical possibilities for reducing the fighting potential of the enemy. It is necessary to perfect activities in the information domain, including the defence of our own objects.’
Een andere vaak aangehaalde beschrijving is: ‘Wars will be resolved by a skillful combination of military, nonmilitary, and special nonviolent measures that will be put through by a variety of forms and methods and a blend of political, economic, informational, technological, and environmental measures, primarily by taking advantage of information superiority. Information warfare in the new conditions will be the starting point of every action now called the new type of warfare, or hybrid war, in which broad use will be made of the mass media and, where feasible, global computer networks (blogs, various social networks, and other resources).’
In deze benadering erkennen de Russen dat informatie meer is dan alleen techniek, door het (afhankelijk van het gekozen doel) te verdelen in ‘information-psychological warfare’ en ‘information-technology warfare’. Ze maken in hun doctrine duidelijk dat information-psychological warfare van het militaire personeel en de bevolking van de tegenstander gericht is en voortdurend plaatsvindt. Information-technology warfare is daarentegen gericht op de fysieke technische informatiesystemen en vindt alleen plaats tijdens oorlogen en openlijke gewapende conflicten. Ook vinden er dagelijkse (!) activiteiten in het cyber domein die niet zo zeer gericht zijn op beïnvloeden maar toegang te krijgen tot vitale systemen en informatie en waar mogelijk ook disruption/denial te veroorzaken mocht dat nodig zijn. Met andere woorden: het psychologische gedeelte van informatiemanoeuvre wordt door de Russen dus ook in ‘vredestijd’ toegepast. En dat blijkt, want integratie van deze vermogens (hybride optreden gevoed door het centraal stellen van informatie) is al zichtbaar in de recente operaties van de Russische Federatie in Kaukasus, de Krim en Oekraïne en zelfs de Baltische Staten.
China
Ook de Chinezen hebben het belang van informatie gerealiseerd. China kent het concept zhixin xiquan (informatiedominantie), dat onder meer bestaat uit feixianxing zuozhan (continue operaties – a war without a frontline) en yitihua (integratie). Hierbij wordt het optreden in alle domeinen geïntegreerd. Generaal-majoor Dai Qingmin stelde al in 2000 dat ‘new technologies are likely to find material expression in informationalized arms and equipment which will, together with information systems, sound, light, electronics, magnetism, heat and so on, turn into a carrier of strategies.’ Daarom is ‘Information Centric Warfare’ met als doel informatiedominantie nu het centrale uitgangspunt van de huidige hervormingen in de Chinese krijgsmacht.
Andere landen
Dezelfde stap als de Chinezen maken overigens ook de Britten. Zij voegen relevante eenheden samen tot een Force Troop Command (FTC). Deze zal een Information Manoeuvre taak krijgen en overwogen wordt om de naam in Information Manoeuvre Division te veranderen.
Ook de Israeli’s hebben geleerd van eerdere informatie-gerelateerde problemen met hun Palestijnse tegenstander. Ze hebben hiertoe een speciale studiegroep gecreëerd, de Winograd Commission. Deze commissie adviseerde een speciale ‘information & propaganda unit’ op te zetten, waarbij alle relevante capaciteiten ingedeeld moeten worden. Ook benadrukte de commissie het belang van regeringsbrede coördinatie om ‘information-fracticide’ te voorkomen en ‘false claims’ te kunnen weerleggen, zodat internationaal en nationaal legitimiteit voor het eigen optreden kon worden behouden. Combat camera’s moesten worden ingevoerd zodat de tegenstander niet ‘the only voice in the room’ was.
De Canadezen hebben intussen eveneens een speciale eenheid opgezet: Influence Activities Task Force (IATF). Ook zijn ze begonnen om IM centraler te stellen in hun militaire besluitvormingsprocessen. Ook Duitsland heeft inmiddels een Center for Operational Communication (ZOpKomBw) opgezet om alle informatie-activiteiten te coördineren. Zowel de IATF als de ZOpKomBw hebben echter geen taak om de eigen bevolking te beïnvloeden. Dit is enerzijds begrijpelijk, maar anderzijds maakt dit ook kwetsbaar omdat hierdoor de dimensionaliteit en wederkerigheid van IM wordt ontkent.
Narritive
Om zich staande te houden in dit soort conflicten en politieke doelstellingen te halen, wordt er door (coalities van) staten vaak een samenhangende strategie geformuleerd, waarbij alle machtsinstrumenten van de staat worden ingezet. Informatie is één van die machtsinstrumenten. Bij de strategie hoort een centrale boodschap die, om de publieke opinie te beïnvloeden, vooral ingaat op de legitimiteit van de doelstellingen en de hiervoor gebruikte strategie. Die centrale boodschap wordt ook wel ‘narrative’ genoemd. Deze narrative is maatgevend voor alle departementen en dus ook voor defensie. Een narrative is daarmee het fundament van elke (informatie)operatie en essentieel voor begrip van bevolking (draagvlak), neutrale doelgroepen (geloofwaardigheid) en eigen eenheden (moreel). Al het militair handelen is een boodschap, ook gevechtsoperaties. Inzet van militaire eenheden moet in lijn zijn en blijven met de overkoepelende narrative. Woord en daad moeten dus op elkaar zijn afgestemd.
De kernboodschap is dus dat informatie niet langer ondersteunend is, maar een wapen op zichzelf is geworden. Er vindt, zoals eerder gesteld, een continue strijd in het informatielandschap plaats. Er is zelfs nieuwe terminologie. Het gebruik van het informatiedomein en het offensief en defensief handelen daarin noemen we binnen de NAVO Information Warfare, maar in Nederland gebruiken we de iets neutralere term Information Manoeuvre (IM). Deze term weerspiegelt beter het structurele karakter van het gebruik van informatie voor het beïnvloeden van actoren. Voor de helderheid leggen we nu eerst uit wat de term informatielandschap inhoudt. Daarna meer over information manoeuvre.
Het informatielandschap
Het informatielandschap is, anders dan de fysiek-geografische domeinen land, zee, lucht en ruimte, een conceptueel begrip. Dit is geïntroduceerd om een totaal aan beïnvloedingsaspecten en toepassingsmogelijkheden daarvan te kunnen omschrijven. Omdat informatie (wat) en communicatie (hoe) ten grondslag ligt aan elke handeling en gedachte, is het niet af te bakenen en is het ‘landschap’ daardoor moeilijk hanteerbaar; het omvat immers alles. Het is echter wel een landschap waarin ‘gevochten’ en ‘gemanoeuvreerd’ kan worden. De dimensies die aangeduid worden met cyber (of cyberspace) en het elektromagnetische en akoestische spectrum, maken onderdeel uit van het informatielandschap. Het informatielandschap bestaat overigens uit een cognitieve, virtuele en fysieke dimensies en kent daarnaast zeven lagen. Die cognitieve dimensie is wel belangrijk, want dit benadrukt het belang van psychologie in de informatiestrijd. Maar voor de eenvoud van dit artikel laten we deze complexiteit van het model nu achterwege. Voor succesvol toepassen van information manoeuvre is kennis van dit model vanzelfsprekend wel belangrijk. Overigens zijn de grenzen tussen de domeinen en landschappen wel aan het vervagen. Dit wordt veroorzaakt door meer mens-machine interfaces, groter gebruik van kunstmatige intelligentie (artificial intelligence) en virtuele persoonlijkheden.
Het cyber-elektromagnetische spectrum maakt dus zoals gezegd, deel uit van het informatielandschap. Ongehinderde toegang tot en escalatiedominantie in het gebruik van het cyber-elektromagnetische spectrum is een noodzakelijke voorwaarde om operaties te kunnen uitvoeren. Het gebruik hiervan voor onze operaties is zo essentieel, dat we het niet langer kunnen beschouwen als slechts een ondersteunend middel.
Via het informatielandschap kunnen we met gebruik van informatie tegenstanders en andere doelgroepen benadelen, bevoordelen, manipuleren en misleiden. Zowel op directe als op indirecte wijze. Het informatielandschap biedt hier veel aangrijpingspunten voor. Wel moeten we ons realiseren dat het brengen van een effect via één van de lagen veelal neveneffecten heeft in andere lagen. Met of tegen elk van de genoemde zeven lagen kunnen (militaire) taken en activiteiten uitgevoerd worden. Uiteindelijk hebben alle activiteiten direct of indirect effect op de cognitieve laag van een tegenstander (begrip en perceptie) en daar draait het om bij information manoeuvre.
Information manoeuvre uitvoeren
Nu duidelijk is waar het informatielandschap uit bestaat, willen we uitleggen hoe opgetreden kan worden in dit landschap; hoe IM dus werkt. IM kent een soortgelijke indeling als EOV, namelijk offensieve informatie-activiteiten, defensie informatie-activiteiten en informatie-exploitatieactiviteiten. Veel van deze activiteiten bestaan al, maar worden niet in samenhang uitgevoerd. Als we deze activiteiten wel in samenhang uitvoeren, kan dit leiden tot tijdelijk en plaatselijk informatieoverwicht.
Laten we de drie soorten informatie-activiteiten eens nader bekijken. Met informatie-exploitatie wordt bedoeld het kunnen verzamelen, verwerken, duiden, integreren, beschikbaar stellen en advies uitbrengen over de verzamelde data en informatie van de eigen situatie, omgeving en (f)actoren en actoren van invloed uit alle zeven lagen. Het geheel van data en informatie leidt tot situational awareness (SA), en uiteindelijk de voor besluitvorming benodigde understanding (U). Offensieve informatie-activiteiten zijn bedoeld om gericht actoren te beïnvloeden in hun wil, gedrag, mogelijkheden en/of perceptie. Beïnvloeden van opponenten of andere actoren kan plaatsvinden in alle vier de stappen van hun besluitvormingscyclus of ‘OODA-loop’ (observe, orient, decide, act). Dat kan op meerdere manieren en de uitkomst kan gericht zijn op elke vorm van gedragsbeïnvloeding (zowel positief, constructief of negatief, degraderend). Defensieve informatie-activiteiten omvatten het uitvoeren van passieve en actieve maatregelen, ter bescherming en versterking van het eigen vermogen (of dat van partners) en om vrijheid van handelen te behouden. Defensieve activiteiten beïnvloeden ook de understanding / OODA-cyclus van een tegenstander, omdat observatiemogelijkheden worden beperkt of beïnvloed.
Alle offensieve en defensieve activiteiten leiden ook weer tot nieuwe informatie, waardoor er kort cyclische processen ontstaan. Hierbij is een informatiesnelheid benodigd die minimaal de dynamiek in de operationele omgeving evenaart of sneller is. Van belang is structurele monitoring en analyse op alle niveaus, waar op basis van een strategisch narrative (wat en waarom), snel vrijelijk en decentraal gehandeld kan worden om kansen uit te buiten (hoe en waarmee). Rigide sturing en stafbehandeling van berichtgeving is daarom volstrekt onwenselijk (geen lange schroevendraaier). Het geheel wordt ondersteund door informatiemanagement en mogelijk gemaakt door goede IT-ondersteuning.
Het belang van Information Manoeuvre in het hybride conflict
Tegenwoordig spreken we al snel van een hybride conflict. Dit zijn een reeks afgestemde activiteiten waarbij een tegenstander een breed scala aan beïnvloedingsmethodieken gebruikt tegen een land of doelgroep. Doel hiervan is om een (politiek) strategisch doel te behalen zonder een directe militaire confrontatie aan te gaan, of een zo gunstige mogelijke uitgangspositie te bereiken mocht een vermijdingstrategie niet meer werken. Hierbij worden alle instrumenten ingezet met gebruikmaking van de nieuwste technieken en media, ook gericht op het vergroten van het eigen draagvlak bij de eigen doelgroepen. Dit gebeurt continu, met de insteek dat het vrijwel nooit als bewuste beïnvloeding wordt onderkend (below the detection threshold). De tegenstander verschaft zich een goede uitgangspositie en draagvlak op het moment dat een conflict zich openbaart. De verworvenheden en spelregels van open (transparante) liberale democratieën zoals Nederland worden hierbij op doeltreffende wijze gebruikt als wapens. Een actor die hybride opereert, schroomt niet om met misleidende informatie de binnenlandse en internationale publieke opinie te beïnvloeden (agitatie, propaganda (false narratives)). Dit is gericht op het uitbouwen van de beïnvloeding en het versterken van vooroordelen en partijdigheid. Het wordt ondersteund door public relations en het toepassen van groepspsychologie.
‘People must accept that your actions benefit them and trust your integrity and ability to deliver on promises, particularly regarding their security. In this battlefield, popular perceptions and rumors are more influential than the facts and more powerful than a hundred tanks.’
David Kilcullen
Recente conflicten
In recente en actuele conflicten is de inzet van sociale media daarvoor veelvuldig gebruikt. Bekend daarbij zijn voorbeelden van voornamelijk Russische ‘hackergroepen’en ‘troll farms’ waarbij sociale media zijn gebruikt om publieke opinie te beïnvloeden, supporters te mobiliseren, (militaire) activiteiten te coördineren en om informatie te verwerven. Hierbij worden verschillende technieken gebruikt om de boodschap te versterken zoals spamming (automatically generated content), fake identities (zgn. trolls), het kapen van ‘trending hashtags’ en het ‘overspoelen’ van (sociale) media door gecoördineerde inzet van blogs, posts, artikelen etc. die geplaatst en ge-repost worden door opinieleiders, activisten en fake-accounts. Andere tactieken zijn meer gericht op aanpakken van de opponent zoals het gericht verspreiden van desinformatie en geruchten, lekken, persoonlijke aanvallen op Westerse leiders en deceptie. Doelen kunnen zijn het ‘uitmanoeuvreren’ van Westerse politieke of militaire leiders door ze in diskrediet te brengen, het werken aan vermindering van internationale steun, het uitschakelen van militaire capaciteiten, het beïnvloeden van politiek, publieke opinie en economie en het zaaien van binnenlandse onrust. Doel is minimaal verwarring zaaien, waardoor onzekerheid ontstaat en draagvlak wegvalt bij politici en instituties. De focus in een hybride campagne ligt op het winnen van de loyaliteit van specifieke groepen. Vanwege de veelheid aan communicatiekanalen, kiezen steeds meer mensen hun eigen informatiebronnen waar ze zich goed bij voelen. Hierdoor is een dergelijke strategie ook zeer effectief.
Een hybrid warfare campagne is doorgaans langdurig van aard en is vaak lastig te herleiden tot een actor. Dit maakt het ook moeilijk te bewijzen, omdat de activiteiten veelal ook op alternatieve wijze uitgelegd kunnen worden. Herkennen en erkennen van deze werkwijzen is essentieel, evenals het interdepartementaal afstemmen van de respons, waarbij woord, beeld en daad goed op elkaar aansluiten. Counteren van hybride dreigingen die Nederland en haar belangen 24/7 (kunnen) bedreigen en plaatsvinden onder de drempelwaarde van artikel 5 van het NAVO-verdrag is belangrijk. Beïnvloeden van de observatie en oriëntatie voorafgaande aan besluitvorming is het meest effectief. Daarom is het belangrijk dat IM ook permanent en integraal gecoördineerd en toegepast kan worden, dus bijvoorbeeld nog voor aanvang van een militaire operatie.
Information Manoeuvre Eenheden
Laten we langzaam eens wat concreter worden. Alle eenheden spelen een rol in het informatielandschap. Ook gevechtseenheden, want elke vorm van handelen (dus ook fysiek geweld) schept een beeld en genereert dus informatie. Sommige eenheden hebben een speciale rol in het informatielandschap zoals het Joint ISTAR Commando (inlichtingen, EOV), CMI (beïnvloeding en civiele interactie) en het Defensie Cyber Commando (DCC, cyberactiviteiten). Samenwerking tussen deze eenheden ligt dus voor de hand. Laten we ze voorlopig IM-eenheden noemen. Uitgangspunt blijft echter een geïntegreerde inzet met, of onder leiding van, eenheden gericht op het fysieke landschap. Het is immers het geïntegreerd optreden in alle landschappen die het succes bepaalt.
De IM-eenheden zijn relatief ‘open’ organisaties, gebouwd voor interactie met andere informatiehouders in hun (nationale, internationale en operationele) omgeving. Dit met in achtneming van vigerende wetgeving en interoperabele connectie- en ontsluitingsprotocollen voor dataverwerving, databeheer, databescherming en dataexploitatie middels een voldoende (nationaal en internationaal) gerubriceerd en federatief netwerk. IM-eenheden hanteren hierbij een ‘reachbackprincipe’. Hiermee wordt bedoeld dat IM-eenheden zoveel als mogelijk vanuit een omgeving werken waar zij het beste tot hun recht komen of hun werk kunnen doen. Dat kan dus ook fysiek in Nederland zijn.
IM in het landdomein
Laten we eens kijken hoe IM-capaciteit in het landdomein eruit zou kunnen zien. In het landdomein is IM-capaciteit essentieel. Aan hoofdkwartieren, bijvoorbeeld een Land Component Commander HQ of HQ Task Force (TF) wordt een IM-stafelement toegevoegd. Het IM-stafelement concentreert zich hierbij op adviezen rondom effectplanning, beïnvloedingsmogelijkheden van doelgroepen, mogelijkheden tot cyberinzet ter ondersteuning van tactische operaties, inzet in het menselijk landschap en sensorinzet in algemene zin. Het is belangrijk om te beseffen dat de adviezen niet alleen gaan over het fysieke landschap, maar juist ook het informatielandschap en (beïnvloeding) in het menselijke landschap en over de geïntegreerde inzet en mogelijkheden in deze landschappen. Integrale kennis ontbreekt immers vaak op deze gebieden.
Op het uitvoerend niveau wordt een IM-module ingezet, vaak op TF-niveau. Een dergelijke IM-module bestaat uit sensoren, analytische capaciteit en aansturingscapaciteit en bevat ISR-, cyber- en CMI-middelen. Ze zorgt voor begrip (understanding) in het landdomein. Dit omgevingsbegrip is noodzakelijk voor juiste besluitvorming. Een IM-module kan ook bestaande situational awareness capaciteit aanvullen, hoewel hier niet de prioriteit zou moeten liggen. Gevechtsomstandigheden kunnen dit echter wel noodzaken. Een IM-module bezit veel sensorcapaciteiten en is modulair van samenstelling. Het kan zowel nationale als internationale sensoren bevatten. Cybersensoren maken er deel van uit en ook beïnvloedingscapaciteiten zijn er in op opgenomen. De combinatie van technische, mensgerichte, analysecapaciteiten en beïnvloedingseffectoren maakt een IM-module tot een krachtig geheel. Doordat hierdoor de effectiviteit van een TF in het menselijke landschap en informatielandschap enorm wordt vergroot, wordt hiermee de uitvoering van activiteiten in het fysieke landschap bevoordeeld. Beter nog: ze kunnen hiermee in theorie ook overbodig worden. Met andere woorden: fysieke manoeuvre volgt informatiemanoeuvre!
De analysecapaciteit die deel uitmaakt van de IM-module wordt gebruikt om de understanding van een TF te garanderen en stelt een commandant in staat vooruitziend vermogen te ontwikkelen. Het daadwerkelijk uitvoeren van inlichtingenactiviteiten gericht op planning en niet uitsluitend monitoren van lopende operaties is hiervoor wel een voorwaarde. Ook kan met juiste inzet van de IM-modulesensoren daadwerkelijk inlichtingen geleide operaties worden opgezet, zoals we eerder in Uruzgan en in Mali hebben uitgevoerd. De IM-module vergroot ook de effectiviteit in het fysieke domein. Het land targeting proces in het fysieke en informatielandschap wordt nu daadwerkelijk ondersteund met targetingfolders, targetingproducten, doelopsporing, doelidentificatie, effectwaarneming, effectmeeting en collateral damage assessments. En dit niet alleen voor fysieke doelen, maar ook voor geselecteerde en geautoriseerde doelgroepen voor beïnvloeding. Met andere woorden: er ontstaat een cyclisch, samenhangend proces waarmee een TF-commandant beter het fysieke en het informatiegevecht kan voeren.
Een IM-module kan Joint Electro Magnetic Spectrum Operations (JEMSO ) uitvoeren. Dit is een samenhangende inzet van EOV, tactische SIGINT en tactische cybermiddelen. De JEMSO-capaciteit van een IM-module bezit een groot potentieel. Deze kan zowel op afstand (remote support), statisch (vanaf een basis) of mobiel (gebruikmaken van de mobiliteit van de EOV-middelen) worden ingezet. Soms om digitale aanvalsmogelijkheden in kaart te brengen, soms om daadwerkelijke cyberpenetraties uit te voeren. Ook behoren zelfdegradatie of zelfvernietiging door gerichte JEMSO-activiteiten tot de mogelijkheden. Soms staat de vluchtigheid van de (tactische) doelen cyberactiviteiten in de weg, maar vaak zijn er bij slecht verdedigde doelen aanzienlijke kansen. JEMSO-capaciteit van de IM-module kan ook worden gebruikt om slag in het informatielandschap te voeren en om vijandelijke cyberaanvallen te detecteren en af te weren. Wij zijn immers niet de enige actoren in het informatielandschap.
De IM-module voorziet ook in eigen bescherming tegen vijandelijk activiteiten in het informatielandschap. Hierbij valt te denken aan counter information activiteiten, tactical counter-intelligence, counter-drone activiteiten, counter-UXS activiteiten en cyber defence. Niet alleen fysieke maatregelen kunnen genomen worden, maar ook personeelsbewustwording speelt een grote rol en kan door IM-elementen uitgevoerd worden. Op dit moment gebruiken de Russische offensieve informatie-operateurs nog relatief eenvoudige methodieken, maar wel op grote schaal. Hierdoor zijn ze relatief eenvoudig te detecteren. De eenvoud van de Russische technieken komt voort uit gebrekkige Westerse weerstand tegen de deze activiteiten. Het is echter te verwachten als Westerse landen hun verdedigingstactieken opvoeren, de Russen zullen proberen hun voorsprong te vergroten door geavanceerdere technieken in te zetten, wat weer zal leiden tot een hogere verdedigingsinspanning aan Westerse zijde. Kortom: er ontstaat een wapenwedloop in het informatielandschap.
Target Audience Analyse ondersteund door ‘geoprofilling’ kan helpen om gericht tegenmaatregelen te nemen in het informatielandschap. Een IM-module bezit deze capaciteiten en kan op wetenschappelijke gronden gebaseerde psychologische effecten bereiken. Informatiemanoeuvre is immers gebaseerd op psychologie en cognitieve processen om menselijke gedrag te beïnvloeden en te veranderen. Zowel op de traditionele als meer innovatieve manieren. Een meer innovatie manier is om heel gericht, leidende personen te beïnvloeden op basis van hun psychologische profiel, zonder dat ze het zelf merken. Manoeuvre is niet langer alleen fysieke manoeuvre maar juist ook een soort psychologische manoeuvre in het menselijke landschap. IM legt hier de basis voor.
Een nieuwe term die recht doet aan het belang van psychologie binnen IM is cognitieve veiligheid (cognitive security (COGSEC)). COGSEC concentreert zich op de bescherming van cognitieve beeldvorming bij grote groepen mensen, omdat beseft wordt dat deze beeldvorming (perceptie) wel eens het nieuwe tactische essentieel gebied (vital ground) geworden is.
Way forward
Het lijkt ons duidelijk dat er het nodige moet gebeuren. Maar wat dan? Allereerst moet er vanzelfsprekend meer prioriteit en resources aan alles wat met IM te maken heeft, worden toegekend. Vooral op JEMSO-gebied is er een fikse achterstand. Deze beweging is inmiddels al ingezet, maar de vraag is natuurlijk of het afdoende is. Aanpassen van doctrine, voorschriften en SOP/SOI met een centrale rol voor IM lijkt ons voor de hand liggend. Sommige concepten zijn nog niet helemaal voldragen en moeten met kracht verder ontwikkeld worden. Daarnaast moet IM een veel centralere plaats krijgen in de planningen op de hogere politieke en militaire niveaus en moet het prestige van IM-personeel omhoog. Ze zijn niet langer IM-adviseurs, maar IM-warriors! Verder is het verstandig om fysieke en informatieve gevechtskracht beiden als evenwichtig onderdeel van slagkracht te zien en moeten we ook leren informatieve gevechtskracht toe te passen in vredestijd. Nu al dus. Hiertoe moeten we ook lerend vermogen ontwikkelen en dus onze handelingen en (gemeten) effecten goed vastleggen en evalueren. Als laatste menen wij dat er ook een Centrale Autoriteit nodig is die als ‘aanjager’ en ‘belangenbehartiger’ kan optreden op de hogere politiek-strategische en militaire niveaus. Deze autoriteit is er op dit moment in de praktijk nog niet.
Veel is er al wel en sommige dingen zijn ook al in gang gezet. Ook menselijke capaciteit en kennis is aanwezig in de krijgsmacht, maar die capaciteit moet wel dusdanig worden georganiseerd in een eenheid of formatie zodat de IM-capaciteit georkestreerd kan worden ingezet. Hiermee kan immers de ware kracht van Information Manoeuvre worden ontwikkeld en benut. Een Information Manoeuvre Force hebben we dus nodig.
Afsluiting
In dit artikel hebben we een beeld proberen te schetsen van Information Manoeuvre (IM) en hoe dat in het landdomein vorm zou kunnen krijgen. IM is volgens ons essentieel en op de lange termijn zelfs belangrijker dan fysieke gevechtskracht. IM optimaliseert gevechtskracht, vormt op zichzelf slagkracht en is een voorwaarde voor militair succes in diverse domeinen en landschappen. IM verzekert optimale JEMSO (EOV, SIGINT, cyber)-ondersteuning aan tactische operaties en activiteiten en verzekert beïnvloedingsvermogen in alle landschappen. IM is een concretisering van een adaptieve krijgsmacht en een eerste stap op weg naar een bewapend netwerk. Zonder IM-capaciteit is geen moderne oorlogvoering meer denkbaar.
We willen graag nog vijf laatste punten onder de aandacht brengen. Ten eerste moeten we de Russische voorsprong in IM niet onderschatten. Met het ontwikkelen van technieken en processen is Moskou verder dan de NAVO. Ten tweede beperkt IM zich niet tot oorlogstijd. We zijn in een permanente staat van informatieconflict. Ten derde is IM niet statisch, maar blijft het zich snel ontwikkelen. Deze ontwikkelingen moeten worden gevolgd en ervaringslessen (ook van andere partijen) moeten worden toegepast. Zeker ook om contra-maatregelen te ontwikkelen. Ten vierde is IM niet alleen een taak van defensieonderdelen. Informatie is immers niet alleen een machtsinstrument van de staat, maar – sinds de verspreiding van de informatietechnologie – van een grote verscheidenheid aan doelgroepen en individuen. Daarom is er een bredere bewustwordingscampagne nodig en moet in groter verband nagedacht worden over eigen informatiestrategieën en contra-maatregelen. Als laatste willen we opmerken dat er geen achtergebieden zijn in IM. De al eerder geciteerde generaal Gerasimov windt ter geen doekjes om:
‘A key feature of modern warfare is simultaneous effects to the entire depth of enemy territory, in all physical media and in the information domain. If and when information warfare with Russia moves to an overt phase, it is not just NATO servicemen that will be the targets; but their families, their communities, their societies and their homelands, no matter how safely far away from Russia they may presently consider themselves to be’.
En op een openlijke dreiging moeten we een antwoord vinden. Information Manoeuvre has arrived and is here to stay.
The Norwegian Army will from the end of 2019/start of 2020 and in subsequent succession, get new series produced K9 armored self-propelled howitzer systems from Hanwha, South Korea. The K9s have an effective firing range of 40 kilometers. The K9s, together with K10 Ammunition Resupply Vehicles, are to replace the current M109s. This will ensure the needed tactical fire support for maneuvering forces. The Defense Force Land Study of 2017, states that howitzer systems are a very important force for the defending units in a battlefield. New and advanced ammunition types are constantly being developed that make the howitzer systems more efficient than before. The Defense Force Land Study also concludes that rocket artillery, like MLRS with new rockets and long range missiles including capacity to deliver mines on remote areas, would be a force multiplier. Although the Norwegian Armed Forces have MLRS in storage from 2005, it will be necessary to accomplish a technical upgrade of these and all ammunition types have to be acquired.
Walter Christian Håland
Upgrade old M270s or buy the new and newest generation MLRS
The question is: Should the M270s be upgraded or should new MLRS be acquired? The purpose of this article is to describe some MLRS with a long firing range and high effect on target.
The Ukraine conflict
Data from the Ukraine conflict show that artillery is producing approximately 85% of all casualties on both sides. In the 1980s, the US introduced an entire new family of artillery sub-munitions, DPICM (Dual-Purpose Improved Conventional Munitions), artillery and MLRS delivered scatterable mines and top-attack munitions. As a result, an entire generation of advanced conventional munitions is purged from the U.S. military stocks. Although most NATO countries never had an extensive inventory of these munitions, those who did are also following the US example and liquidating their stocks. While the Ukrainians have generally used their artillery with considerable effectiveness in the defense, it’s on the Russian side that five trends were seen that are important for U.S. and NATO ground forces. First, it’s the increasing Russian emphasis on use of MLRS. The Russian army was a few decades for example behind U.S. Army in developing and fielding sub-munitions for artillery and MLRS, but their extensive use of this weaponry in the Donbas shows that the Russians have caught up in this area. There were five MLRS types in prime use in the Ukraine conflict. One of these is for example the 9K58 Smerch (Whirlwind), a 300 mm 12 round launcher with a range of 70 to 90km, canister capable of carrying DPICM (Dual-Purpose Improved Conventional Munition), sub-munitions [cluster bombs], top-attack self-guided munitions and thermobaric warhead. A second noteworthy fire-support trend coming from the Russo-Ukrainian War is the emphasis on both sides of direct fire artillery. A third trend, manifested uniquely only on the Russian side, is the decentralization of artillery down to the level of maneuver battalions. A fourth fire-support trend, complementing the others, is the pursuit of increased range of artillery. The fifth trend in fire-support is the increased emphasis by both sides on counter-battery radar. Another trend in the Ukraine conflict is that different UAVs have been present on both sides in significant numbers and they have had a dramatic impact, both for targets location/map coordinates at long range and for battle damage assessment report.
M270 Multiple Launcher Rocket System
M270 MLRS was introduced in U.S. Army in 1983. The M270 was designed and optimized to combat major surface targets during the Cold War’s situation.
The M270 is based on the modified M2 Bradley infantry fighting vehicle chassis.
A fully enclosed cab is mounted to the front on the hull. The cab is protected against small arms fire and shell fragments by aluminum armor and louvered windows. It’s also fitted with an NBC protection and automatic fire suppression systems. The vehicle is powered by the Cummins VTA-903T diesel engine, developing 500hp. The M269 Launcher Loader Module fired originally the standard 227mm rockets with sub munitions. The crew of three (driver, gunner and section chief) can fire up to 12 MLRS rockets in fewer than 60 seconds without leaving the cab. The M270 system is operational in the US Army, and fourteen countries had fielded or ordered MLRS, namely Bahrain, Denmark (twelve launchers, no longer in service; sold to Finnish Army), France, Germany, Greece, Israel, Italy, Japan, South Korea, The Netherlands (nine launchers a battery, no longer in service; sold to Finland), Norway (no longer in service; put in storage in 2005), Turkey and the UK. The system has also been built in Europe by an international consortium of companies from France, Germany, Italy and the UK. MLRS was deployed in support of Operation Iraqi Freedom in March/April 2003. It seems that it’s a little more time consumption to unload here:
https://www.youtube.com/watch?v=0H5uA8lZA4g , the crew is three, the others are spectators.
Convention on Cluster Munitions (CCM)
CCM is an international treaty that prohibits all use, transfer and stockpiling of cluster munitions, a type of explosive weapon that spreads “boblets” across an area. The convention was adopted on 30 May 2008 in Dublin, Ireland, and signed on 3-4 December 2008 in Oslo, Norway, the Convention on Cluster Munitions entered into force on 01 August 2010. To date 120 states have committed to the goals of the Convention, of which 104 have become full States Parties and 16 are Signatories. Russia, China, USA, among others, have not signed the treaty. The Norwegian army’s rocket artillery had only cargo rockets containing 644 M77 grenades. The entire salvo would drop 23,184 grenades in the target. The salvo had a two percent dud rate that would leave approximately 400 undetonated bombs scattered over the area, which could endanger friendly troops and civilians. Twelve M270 were purchased by the Norwegian Army to be used for neutralizing targets at long range and fire support for the maneuvering units. When the Norwegian M270 was seen by spectators in 1998, during the first rocket live firing at the range, they called the M270 as “the big hammer”. The project included the M270 improved version with navigation system, including standard cargo rockets, exercise munitions, logistics, workshop equipment, and documentation. Ammunition of different types should be procured over the entire service of the project based on availability on the market and operational needs. Upgrading of rocket launches was planned for 2004 and deliveries of bomblets ammunition in 2003. When this type was banned, the Norwegian M270s were put in storage. Norway had in 1998 decided to spend 2.8 billion Norwegian Kroner (NOK) on this weapon system, but material for only about 1.5 billion NOK were purchased before it was decided to stop the project. The reason was that the Norwegian M270 could only fire the standard rockets. Now, there are available long-range ammunition types with greater range, fire power and precision that does not violate the CCM. For example the GMLRS Unitary has a 90kg High Explosive (HE) warhead for attacking point targets with reduced risk for collateral damage. GMLRS Unitary is a precision munition providing increased range to 70km. The rocket has Global Positioning System (GPS) accuracy. GMLRS Unitary has three fuze settings for use against personnel in the open (proximity fuze); lightly fortified bunkers (delayed fuze); or a single, lightly armored target (point detonating fuze). The new Tri-mode fuze allows airburst, point impact and delay modes for penetrator capability. Proximity sensor firing mode is selectable for 3 Meter & 10 Meter height of burst at approach velocities near Mach 2.5. Another example is the new M30A1 GMLS Alternate Warhead which is retiring an outdated cluster-bomb round on the battlefields. The GMLRS Alternate Warhead was designed to engage the same target set and achieve the same area-effects requirement as the old MLRS sub munition warheads, but without the potential danger of unexploded ordnance. The new M30A1 round is being implemented to limit duds by replacing the smaller explosives with 180,000 tungsten steel bee-bee-sized balls. GMLRS uses GPS and Inertial Measurement Navigation technology to guide the rocket toward dangerous targets; the idea with the new alternative warhead is to use “height of burst” explosion technology to destroy an enemy target through what’s called an “area effect.” The MLRS can fire The Army Tactical Missile System Block IA Unitary (ATACMS). The ATACMS is a long-range guided missile that gives operational commanders the immediate firepower to win the deep battle. Each ATACMS missile is packaged in a MLRS look-alike launch pod and is fired from the MLRS Family of Launchers. ATACMS Block 1A Unitary is a unitary warhead version of the ATACMS Block 1A missile, using either the 213kg HE blast/fragmentation warhead from the AGM/RGM-84 Harpoon or the 247kg HE blast penetration warhead from the SLAM-ER missile to replace the 300 sub munitions of the Block 1A. The ATACMS Block 1A unitary has been designed to minimize collateral damage and to attack critical target points in all weather. It has IMPROVED MISSILE GUIDANCE SYSTEM (Inertial System/Global Positioning System [INS/GPS]). Its 300km range allows it to attack targets far behind enemy lines and rapid reloading allows for sustained firing. Each ATACMS missile can weigh between 1,360kg and 1,633kg. Each is ca. 4m long and roughly 0.6m in diameter. Instead of the two six-packs of rockets, it’s large enough that only two missiles can fit on a Multiple Launch Rocket System.
Upgraded M270 MLRS launchers
An upgrade program in 2005 was implemented for the U.S. Army’s M270, and later on for several other states. The launcher appears identical to M270 but it was designed M270A1. It incorporates an improved fire control system (IFCS) and an improved launcher mechanical system. This allows for significantly faster launch procedures and the firing of new types of munitions, including GPS guided rockets. The British Army upgrade, M270B1, is similar to the A1, but it also includes an enhanced armor package, which gives the crew better protection against IED attacks. The European upgrade of M270s was an international program involving UK, Italy, France and Germany as well as the US. The industrial team includes Diehl, MBDA and Fiat Avio. The new fire control system (EFCS – European Fire Control System) was designed by Airbus Defense and Space. The upgrade ensures full compliance with the CCM and enables the launchers to fire precision GPS-guided munitions. Italy upgraded its MLRS to MLRS improved. France upgraded its M270 for use of 227mm M31 high explosive (HE) unitary warhead guided MLRS. The upgrade was necessary following France’s ratification of CCM, which excluded France’s existing ammunition for the M270. The M270 has been in use in the German army since 1990 called MARS – Mittleres Artillerieraketensystem. After 2010, the MARS system has been optimized and further adapted to “network centric operations” (MARS II) in general and for operational firing with precision guided rockets. All MARS II are equipped with the new ELDS (Electrical Launch Drive System/Electronic Positioning System) developed by KMW, which enables rapid positioning of the weapon system and replaces the previous maintenance’s intensive hydraulic. A new fully automatic and ozone-free fire extinguisher system for the engine compartment allows for automatic fire detection and fire control, even for up to 24 hours after the MLRS system is turned off. This upgrade package is used in Germany and Italy. MARS II, together with the use of precision guided rockets, provides a system that provides the desired effect against targets at the required precision and range under all weather conditions. Through the upgrade to MARS II and the use of the Guided Multiple-Launch Rocket System (GMLRS), a range of> 70 km and high hit precision are achieved. The fire force is firing of 12 missiles within approx. 60 seconds of choice between multiple types of rockets and depending on targets, and with optimized sub-ammunition. UK’s M270B1s have the improved fire control systems (IFCS). Italian, German and French MLRS systems have the European fire control systems (EFCS) developed by EADS/Dornier. The ATACMS Block 1, which was used during Operation Desert Storm, carries 950 baseball-sized M74 sub munitions to ranges exceeding 165km. The block IA missile extends the range to more than 300km by reducing the sub munition payload and adding GPS guidance. The US Army fielded the upgraded M270A1 launchers and the new ATACMS quick reaction unitary missile in February 2011, and the US Army placed a $22.1m order for M270 launcher upgrade kits. In May 2011, the Finnish Army placed a $45.3m order to upgrade its 22 M270 MLRS launchers.
CHUNMOO MLRS
Republic of Korea Army (RoKA) was the user of M270 (Still using), but the South Korean government awarded a development contract to Hanwha in 2009, to development a new generation of MLRS. The designation name CHUNMOO means “Covering the sky”. The development of CHUNMOO was completed in 2013 and it entered mass production in 2014. The MLRS is now fielded with the RoKA and Marine Corps. More than 200 units have been ordered (with deliveries still ongoing). CHUNMOO is a wheeled-vehicle-type launcher firing multi-caliber rocket system. CHUNMOO is an accurate and powerful next-generation multiple rocket launcher that can serve as an effective arsenal for any army artillery. CHUNMOO can outrange and precisely strike the enemy while being safely out of range from the enemy’s long-range artillery. CHUNMOO is able to fire its weapons and move away from the area at high speed before enemy forces are able to locate the firing position and execute counter-battery fire (shoot and scoot). CHUNMOO’s high accuracy also ensures the safety of nearby friendly forces. Since delivered by Hanwha in 2015, it’s the most powerful MRL system in the Republic of Korean Army (RoKA) with its capability to fire various types of ammunition. With C4I system interoperability, CHUNMOO has a fast reaction time and can launch its rockets within some minutes from travelling. A full salvo can be launched directly from the cab, or remotely by wire away from the vehicle. The Guided rockets are based on GPS/Inertial Navigation System (INS) with long range and pinpoint guiding. The launcher can operate various rockets. CHUNMOO together with the Ammunition Support Vehicle, have high mobility and battle sustainment. CHUNMOO fires two types of ammunition:
239mm guided rockets (with 2 rocket pod/containers, each disposable container holds 6 rockets).
130mm unguided rockets (with 2 rocket pod/containers, each disposable container holds 20 rockets)
230mm-Class Guided Rocket
The high explosive 239mm artillery rocket enhances its precision by adding up guidance and control system. Two type for the guidance: [1] INS/GPS, [2] INS/GLONASS. The CEP is 15m. It has two types of operation functions, impact bursting and delay bursting, on which operators could decide as per their purpose. Impact bursting mode is for anti-personnel or for destroying facilities by detonating warhead when rockets impact the target. Delay bursting mode is for attacking inside buildings or bunkers with its delay function after the target impact. Maximum range is 80km. The quick loading system consists of pod-type rocket packing with 6 rounds per pod.
130mm Unguided Rocket
The 130mm rocket is an unguided artillery rocket. The pods are loaded with 20 rounds. Its high explosive warhead has a lot of ball fragments thus enabling the rocket to destroy facilities more effectually. The rockets have Trajectory Corrected Rocket Fuze which means that the in-flight trajectory is corrected by brake disc for improved accuracy and reduced dispersion. Maximum range is 36km.
The launcher
The launcher for Rockets & Missiles has a loading capacity of 2 pods/containers. It has hydraulic driving system and digital control system. The firing interval for the 239mm Guided Rocket is 5 seconds (60 seconds for 12 rounds)∙ For the 130mm Unguided Rocket it’s 0.5 second (20 seconds for 40 rounds). The two different rockets can be fired from the same platform but have different ranges. The launcher has a quick automated self-loading and unloading system. CHUNMOO is open for integration of all types of ammunition from other suppliers, as long the communications protocols are made available. Meaning the system is not limiting the user to one supplier of ammunition.
Launcher vehicle
The launcher wheeled vehicle (8X8) is operated by a crew of 3. The vehicle has independent Suspension, applying Central Tire Inflation System (CTIS) & run-flat tire. Protection is according to STANAG Level II (Front, Side, Upper, Rear) & Nuclear, biological and chemical protection (Collective Protective). The dimensions are about 8m in length, 3m in width and 4m in height. The combat weight is 31.0 Ton. The vehicle has a 450hp Doosan Engine (Korean Made) and an Allison transmission. Max Speed is over 80km/h and the vehicle has a cruising range of 450km. The vehicle can drive up at a gradient of 60% and at a slope of 20%. It’s equipped with a navigation System. The firing control system is connected to the C4I network. The CHUNMOO launcher can also be mounted on other vehicles than the Hanwha truck.
Ammunition Support Vehicle
The wheeled type (8×8) Ammunition Carrier (Shared Chassis with Launcher) is operated by a crew of 2. The vehicle has the same specifications and protection as the launcher vehicle. The vehicle has an articulated hydraulic crane unit with a max payload/reach respectively 2.5 ton/6 m. The loading capacity is 4 Pods/containers (for two CHUNMOO Launchers). Loading control is Manual or wired remote. Reloading time is 7 min. or less (2 min. was demonstrated at DX Korea 2018). Rockets are factory fitted, sealed in the firing tubes and can be stored without any maintenance for a number of years.
New Possibilities (In-Development, Ready within 3 years)
The KTGMS Korean Tactical Surface-to-Surface Missile has a max range of 170km/300km. Two types of missiles: Basic one is 170km. By reducing the warhead weight, it has the 300km max range. Warhead type is HE Fragmentation/Thermobaric. Guidance is INS/GPS&GLONASS. The launcher carries 1 Pod width 1 Round. CHUNMOO II will have a max range of 180km. Warhead Type is HE Fragmentation/Thermobaric& Area Suppression Warhead and Guidance is INS/GPS&GLONASS. The launcher will carry 1 Pod with 2 Rounds. Applying Saab & Boeing’s GLSDB (Ground-Launched Small Diameter Bomb) in CHUNMOO Launcher is under discussion. Saab in cooperation with Boeing highlighted the GLSDB’s long-range precision fires capability at the DX Korea 2018 Exhibition. The GLSDB is a long range precision incendiary solution that widens the capabilities of armed forces. Highly effective and accurate over long ranges, the GLSDB is designed to meet the evolving needs of today´s and tomorrow´s armed forces. Capable of conducting reverse slope engagements and defeating a range of targets, from hardened facilities to soft-skinned assets, the GLSDB adds another dimension to armed forces´ capabilities. The two companies have demonstrated GLSDB’s capabilities for ground forces during a test fire where the laser-enabled weapon successfully launched and then tracked and engaged a moving target at a distance of 100 kilometers. It’s a rapid and low-risk option for ground artilleries needing to address today’s threats – where standoff capability to pursue moving target is essential. Boing and Saab are working together under a teaming agreement to offer GLSDB to current and future rocket artillery users, using SDB’s proven flight maneuverability capability in a ground-to-ground fires role. In 2015, the companies demonstrated that the weapon could withstand a rocket artillery launch without its performance being compromised. Saab and Boeing continue to further develop the technology and integration to address current and emerging warfighter needs. Watch: https://youtu.be/kP883020gE0
American M270A1 vs Korean CHUNMOO
Some 1,300 M270 systems have been manufactured in the United States and in Europe, along with more than 700,000 rockets. The production of the M270 ended in 2003. The last batch was delivered to the Egyptian Army. The M270 was in 2006 upgraded to fire guided rounds. Range of M26A1/A2 rockets: 45 km, M30/31 rockets: 70 km, ATACMS/ATACMS Block 1A unitary: 165 or 300 km respectively. In 2012, a contract was signed to improve armor protection and glass windows as well as improve the fire control to the HIMAR standard. CHUNMOO is the world’s newest and most modern MLRS. Simplicity is the most important principle considering the fact that South Korea and Norway have a conscript army. That is a characteristic of the CHUNMOO, developed by Hanwha Defense under the leadership of RoKA, with long and very good M270 experience. CHUNMOO is a multi-caliber rocket system. Range of 130mm rocket: 36km, 239mm rocket: 80km, KTGMS: 170km/300 km. The protection levels of CHUNMOO crew are in accordance with STANAG Level II with NBC protection. The Ammunition Vehicle has the same protection. The development of CHUNMOO was completed in 2013 and it entered mass production in 2014. The MLRS is now fielded with the ROK Army and Marine Corps. More than 200 units have been ordered (with deliveries still ongoing).
Upgrading of Norwegian M270 MLRS vs purchasing CHUNMOO
An upgrade of the stored M270 MLRS will probably cost some hundred million NOK. This writer has no prerequisite for here to write a conclusion about what will be right, upgrading old or acquiring new MLRS. That calculation and evaluation will be taken care of by the Norwegian Defence Materiel Agency (NDMA). NDMA will probably and properly put greater emphasis on operational consequences and life-cycle costs. Seen in a cost-benefit perspective, it may be more profitable to spend relatively more funds in the investment phase for a new MLRS, if this results in a reduction in total costs compared with upgrading the old M270s. Either way, to upgrade M270 or acquire CHUNMOO, ammunition must be acquired, and then the cost of ammunition does not mean anything for the choice of MLRS. The stored M270s can be sold, and thus, be a part of an investment in new MLRS, a calculation that presumably is taken into consideration by NDMA. There is a potential for cooperation with Nammo on ammunition and with KONGSBERG on ODIN FSS – fire support/fire control system fielded in Norway and also others. Hanwha has already a very good logistics cooperation with Norway. Hanwha Land Systems is exporting the K9 Thunder self-propelled howitzer to India, Turkey, Finland, Estonia and Norway (included some K10 ammunition resupply vehicles to Norway).
Summary
Guided Multiple Launch Rocket System (GMLRS) is a surface-to-surface system used to attack, neutralize, suppress and destroy targets using indirect precision fires up to 70-plus km. GMLRS munitions have greater accuracy than ballistic rockets with a higher probability of kill and a reduced logistics footprint. The current GMLRS family of munitions consists of three fielded variants: Dual-Purpose Improved Conventional Munition (DPICM) and the Alternative Warhead variants to service area targets; and the Unitary variant with a single 90kg -class high-explosive charge to service point targets with low collateral damage. GMLRS rockets were utilized extensively in Operation Iraqi Freedom/Operation Enduring Freedom and continue to provide field artillery support in Overseas Contingency Operations. Development efforts include modifying GMLRS to extend the maximum range and incorporating a side-mounted proximity sensor to improve area effects.
Conclusion
The Multiple Launch Rocket System is a versatile weapon system that supplements traditional cannon artillery fires by delivering large volumes of firepower in a short time against critical, time-sensitive targets. These targets often include enemy artillery, air defense systems, mechanized units, and personnel. MLRS units can use their system’s “shoot and scoot” capability to survive while providing fire support for attacking maneuver elements. MLRS is not intended to replace cannon artillery, but has been designed to complement it – it’s a FORCE MULTIPLIER.
Multiple Launcher Rocket Systems (MLRS)
American M270A1 vs Korean CHUNMOO
MLRS type
M270A1
CHUNMOO
GENERAL
Combat weight
26.1 ton
31 ton
Crew
3
3 (Ammunition Transport Vehicle: 2)
FIRE POWER
12 rockets or two ATACMS missiles
12 rockets or two missiles
Rate of fire
12 (227 mm Guided Rockets) within 60 seconds
12 (239mm Guided Rockets) within 60 seconds or 40 (130mm Unguided Rockets) within 20 seconds
Max range (Guided)
15 to 70-plus km
80km
Reloading time
3-4 min
<7 min
Operable missiles
It can fire different types of rockets including the extended-range (ER) rockets, and TACMS Block IA missile that can reach to 300 kilometers
230mm-class guided rockets
130mm non-guided rockets, but also all types of ammunition from other suppliers, as long the communications protocols are made available
PROTECTION
Nuclear, biological and chemical protection
Armor crew cabin protection against small arms and shell splinters (Level I). incl. NBC protection system. The chassis provides protection against mine blast and IEDs.
Cabin (Front, Side, Upper, Rear): STANAG Level II and NBC
collective protective cabin
FEATURES
Supporting capability
Improved Fire Control System, Improved Mechanical Launch System, Global Positioning System, extended range rocket system
Improved Fire Control System, Global Positioning System, extended range rocket system. Supporting 2 MLRS by Ammunition Transport Vehicle
PERFORMANCE
Max speed on road/ range
64 km/h/483km
80km/h/450 km
SLOPE
Gradient
60%
60%
Side slope
N.A.
20%
Driveline
Tracked, Cummins VTA-903T diesel engine, developing 500hp
Tires – Emergency driving capable with run-flat tire and CTIS, 450hp Doosan Engine and Allison transmission
Country users
United States, France, United Kingdom, Germany, Finland, Greece, Italy, Japan, South Korea, Bahrain,
South Korea and a Middle East country (Specific country name is confidential)
The author
Here Lt.Col. (R) Walter Christian Håland standing beside the armoured self-propelled howitzer system ZUZANA. He has completed artillery courses in Norway and UK. He has served in the Norwegian field artillery many years. He served as UN officer in Lebanon 1979-80. Before retirement, he served two years as temporarily Lieutenant Colonel at Material Branch, HQ DEFENCE COMMAND NORWAY.
Member of European Military Press Association.
www.empamil.eu