Eigen-troepen-nabij
Eigen troepen nabij

Het perspectief van het geheel

De oorlog in Oekraïne maakt veel los onder de militaire denkers. Verschillende denktanks zoals Clingendael en HCSS, maar ook individuele denkers zowel in als zonder uniform geven ons vrijwel dagelijks hun visie op de beelden die juist die dag in de media zijn geweest.

Dat is zeker niet vreemd wat echter wel opvalt is dat er een tendens is onder een aantal denkers dat de oorlog in Oekraïne bewijst dat de klassieke manier van de gewapende strijd achterhaald en “uit de tijd” is.

Deze trend was natuurlijk al langer aan de gang en in een aantal Eigen Troepen Nabij heb ik hier al over bericht. Voor Oekraïne begon er een mening post te vatten onder velen dat de volgende oorlog vooral met informatie zou worden gevochten. Cyber, Space, het cognitieve domein, daar moesten we het slagveld van de toekomst vooral zoeken. Als we al zouden vechten dan toch voornamelijk met onbemande systemen, met robots en op afstand.

Dat beeld lijkt nu toch een beetje gelogenstraft en de Informatie-Manoeuvre gelovigen zijn wat minder op de voorgrond. Desalniettemin lezen we nog steeds berichten dat systemen als tanks, gemechaniseerde infanterie en überhaupt zware eenheden toch echt achterhaald zijn. Het argument dat je vaak hoort is dat het feit dat tanks op grote schaal uitgeschakeld worden wel moet bewijzen dat ze niet meer van deze tijd zijn. Wat mij betreft een bewijs uit ongerijmde, maar goed.

Een gevaarlijke onderstroom in bovenstaande trend zijn die denkers die oproepen om te gaan specialiseren. Nederland is te klein om er een complete Krijgsmacht op na te houden en dus moeten we ons focussen op bepaalde aspecten waar we goed in zijn. Ik wil me in de Eigen Troepen Nabij even niet concentreren op wat deze gedachte betekent in het internationale krachtenveld. “Nederland is goed in Logistiek en een doorvoerland. Dus daar richten we op en laten het sneuvelen even aan een ander over…”

Ik wil me even concentreren op wat meer militair operationele zaken die haaks staan op het principe van specialisatie.

Oorlog is altijd een zaak van de drie-eenheid Volk, Staat en Krijgsmacht. Misschien heel vroeger niet, toen de adel een afgelegen stukje land uitkoos om daar met een beperkt legertje een beperkt veldslagje voerde. Maar al heel snel, toen de legers expeditionairder werden, ver van huis vochten en moesten leven van het land, werden Staat en Volk steeds directer bij de strijd betrokken. Het concept Totale Oorlog of later War amongst the people, zijn daar duidelijke exponenten van.

Oorlog is dus niet een hoog-specialistisch bedrijfje dat een zeer hoogwaardig product levert. Oorlog levert als product leed en verschrikking en daar delen we allemaal in mee.

Ook als we in-zoomen op het “hoe” van gewapende strijd is het zaak om een wat meer holistische bril op te zetten. Het mes van de analyse dat wij als Westerlingen zo graag gebruiken om de zaken begrijpelijker te maken, snijdt de essentie weg en begrijpen we dus uiteindelijk heel iets anders dan daar naar we op zoek waren.

Het uiteenrafelen van een concept als gewapende strijd in haar analytische delen leidt tot weinig inzicht. Als je een mens ontleedt met het analytische mes van de chemie hou je waarschijnlijk een emmertje water en wat keukenzout over. Voeg je dat samen dan heb je geen mens meer maar zout water. Het mes van de analyse heeft de essentie weggesneden.

Een goed manier om naar oorlog te kijken en ook om te begrijpen wat we zien is het gebruik van het conceptuele gereedschap zoals we dat allemaal in onze lessen doctrine, operationele kunst en tactiek wel hebben gehad. Dat gereedschap moeten we vooral gebruiken om naar het wat en het waarom te kijken en veel minder naar het hoe.
Als je kijkt naar het conceptuele gereedschap om oorlog/gewapende strijd te beschrijven dan zie je dat dit gereedschap altijd bestaat uit de bestanddelen van een geheel maar dat het geheel altijd het belangrijkst is.
Het Operationele Raamwerk leert ons dat we een operatie altijd moeten bezien als een samenhangend geheel van achtergebieds-, nabije- en diepe operaties. Een goede docent heeft ons daarbij ook geleerd dat dit niet alleen geografische connotaties zijn. Het beschrijft de strijd om Vrijheid van Handelen. Achtergebiedsoperaties dienen om onze eigen vrijheid van handelen te beschermen en te vergroten, diepe operaties dien om de vrijheid van handelen van onze tegenstander te beperken zodat we daar in de toekomst geen last van hebben en in nabij-operaties gebruiken we onze vrijheid van handelen om de tegenstander vernietigend te verslaan.

Ik ga hier geen lesje militair denken geven, zeker niet aan het publiek van de Sinte Barbara. Maar laten we vooral proberen om datgene wat we zien in de media aan anderen uit te leggen vanuit het perspectief van het geheel en niet dat van de delen.


Twee richters voor de breedte voeren, analytisch gezien exact dezelfde handelingen uit, toch weet een stukscommandant precies welke hij kiest voor een belangrijk vuur. Het onderscheid heet kwaliteit.

– TEUN TZU –

Andere artikelen

Login ledengedeelte VOAWEB