Hiërarchie en ondergeschiktheid: moderner dan je denkt!

De begrippen hiërarchie en ondergeschiktheid lijken te komen uit een ver verleden. Ze worden al snel gekoppeld aan de lang vervlogen tijden van de klassenmaatschappij en aan ouderwetse organisaties zoals de Krijgsmacht. Over het algemeen kleeft er aan deze begrippen een negatieve connotatie.

Tegenwoordig zijn concepten als zelfverantwoordelijkheid en (nog erger) werkgeluk meer in zwang als iets om na te streven in moderne organisaties.

In dit stuk wil ik proberen aan te tonen dat hiërarchie en ondergeschiktheid helemaal niet ouderwets of achterhaald zijn. Sterker nog ze zijn essentieel, zeker in dynamische, complexe tijden en voor organisaties in crisis. En zijn we dat niet allemaal tegenwoordig, in crisis…

Gezien mijn achtergrond grijp ik natuurlijk terug op hoe de Krijgsmacht denkt over hiërarchie en ondergeschiktheid. Ik gebruik daarvoor de Eed of Belofte die alle militairen afleggen aan elkaar en aan het Nederlandse volk. Het Regelement op de Krijgstucht uit 1922 is een ander uitgangspunt dat ik zal gebruiken om mijn redenering te ondersteunen.

Heel belangrijk in mijn verhaal is om te begrijpen dat zowel hiërarchie als ondergeschiktheid beiden niets te maken hebben met concepten als hoog/laag of baas/knecht of belangrijk/minder belangrijk. Beide begrippen zijn bedoeld als een manier om samenwerking, vertrouwen en veiligheid te organiseren. Deze notie is essentieel maar is tevens ook bij vrijwel iedereen, inclusief bij ons zelf, binnen de Krijgsmacht, verloren gegaan. De meer negatieve uitleg, zoals in bovenstaande begrippen-tegenstellingen is blijven hangen.

De kernbegrippen in de Militaire Eed zijn Trouw, Gehoorzaamheid en Onderwerping. Dit zijn exact de bestanddelen van een hiërarchie en van ondergeschiktheid zoals ik ze bedoel in dit stuk. Militairen beloven aan elkaar en aan het Nederlandse volk dat ze, ten allen tijde, trouw zullen zijn, zullen gehoorzamen aan de afspraken (wetten) die we met elkaar gemaakt hebben en dat ze zich zullen onderwerpen aan de gezamenlijke gedragsregels (krijgstucht). Op die manier stellen ze een zeer geducht en potentieel gevaarlijk machtsmiddel, onder controle van dat Nederlandse volk zodat ze het kunnen gebruiken voor de eigen doelstellingen (Hoofdtaken in de Grondwet).

Dit is de eerste trede van hiërarchie en ondergeschiktheid. De Krijgsmacht valt hiërarchisch onder en is ondergeschikt aan het Nederlandse volk. De functie van deze eerste trede is de garantie aan het Nederlandse volk dat de Krijgsmacht zich nooit tegen het eigen volk zal keren. Dit lijkt een onbelangrijke of onnodige notie maar we hoeven niet zo heel ver buiten de landsgrenzen te kijken om te zien dat dit geen overbodige luxe is.

Het Regelement op de Krijgstucht uit 1922 is mijn tweede bron. Onmiddellijk verdacht natuurlijk, want ontzettend oud en daarmee per definitie achterhaald. Dat valt echter nog maar te bezien.

Artikel 2 zegt het volgende: Ondergeschiktheid is de ziel van de militaire dienst. Let wel, er staat hier niet ondergeschiktheid van een bepaalde rang of van een bepaalde categorie, er staat hier ondergeschiktheid “an sich”. Later wordt dit wel verbijzonderd en uitgelegd in termen van gehoorzaamheid en hogere en lagere rangen, maar eigenlijk was dit al een zwaktebod. Waarschijnlijk is dit ook de belangrijkste reden dat dit artikel de tijd niet heeft overleeft. Dat is heel jammer want de oorspronkelijke bedoeling was perfect. Ondergeschiktheid geldt voor iedereen. Van hoogste generaal tot eenvoudigste soldaat. Die ondergeschiktheid was aan de Opdracht en vooral ook aan Elkaar. Otto van Wiggen (generaal b.d.) noemt dit: niemand belangrijker dan het team.

Dit is de tweede trede van ondergeschiktheid en hiërarchie. Deze leidt er toe dat de opdracht en het team het allerbelangrijkst zijn. Zelfs de eigen persoonlijke veiligheid is niet relevant als de opdracht of de veiligheid van het team in het geding zijn.

Er is ook nog een derde trede. Die is waarschijnlijk het meest moeilijk te begrijpen. Dat komt omdat deze trede schijnbaar heel ver afstaat van de egalitaire volksaard van de Nederlander. Die derde trede gaat over de uiterlijke verschijningsvorm van hiërarchie. Binnen de Krijgsmacht is dat heel duidelijk, want vertaald in rangen en standen. Waarom zijn deze “hoogteverschillen” van belang, waarom deze afstand creëren als we tegelijkertijd kameraadschap zo hoog in het vaandel voeren?

Het antwoord op deze vraag is tegelijkertijd eenvoudig en heel ingewikkeld. Afstand is veiligheid en vertrouwen. Die veiligheid en vertrouwen gaan twee kanten op. Het is tegelijkertijd veiliger voor het hogere als voor het lagere niveau. Dit heeft alles te maken met de aard van de opdrachten die militairen moeten geven en moeten uitvoeren. Dit zijn namelijk opdrachten die rechtstreeks kunnen leiden tot de dood. Niet als ongelukje of als pech maar als een bewust afgewogen rationele keuze, die rechtstreeks voortvloeit uit de consequenties van de eerste en tweede trede van hiërarchie en ondergeschiktheid. Om dit soort opdrachten te kunnen en durven geven en om dit soort opdrachten te kunnen en durven uitvoeren, zijn alle drie de treden van essentieel belang.

Enige tijd geleden is aan de Minister van Defensie een boek aangeboden waarvan de strekking was dat het militaire DNA zeer nuttig zou kunnen zijn voor civiele bedrijven. Ik heb het boek nog niet gelezen (ik ben officier, dus ik had al een boek). Maar dit is ons DNA. Niet dat we best aardig kunnen leidinggeven, niet dat we gewend zijn om onder extreme omstandigheden te functioneren, ook niet dat we direct zijn of goed in teams kunnen werken en nog heel veel dingen niet. Nee, dit is ons DNA. Kunnen jullie dat ook aan in de civiele maatschappij?

“Life Time Employment” was vroeger de norm. Nu is het ouderwets en achterhaald. Wat al die Job Hoppers echter missen en wat ook niet in hun goed gevulde loonzakje zit, is het wederzijds vertrouwen, de saamhorigheid en de kameraadschap. Die houden wij!

– TEUN TZU –

Andere artikelen

Login ledengedeelte VOAWEB