Ten zuiden van Vredepeel, een kerkdorp binnen de gemeente Venray, ligt de Luitenant-generaal Bestkazerne (LBK), de voormalige vliegbasis De Peel. In de Peelstreek werd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog zwaar gevochten. Een deel van de aanvliegroutes richting Duitsland voerde over de gemeente Venray en het was dan ook niet vreemd dat de Duitse bezetters in deze regio een deel van hun luchtverdediging hadden gevestigd. De geallieerde toestellen werden belaagd door Duitse nachtjagers van het vliegveld in Venlo. Aan beide zijden waren verliezen te melden en heel wat vliegtuigen stortten neer of werden gedwongen een noodlanding te maken. In de huidige gemeente Venray vonden enkele tientallen crashes en noodlandingen plaats, elk met hun eigen verhaal. In totaal kostten de crashes 56 bemanningsleden het leven, waarvan 8 Duitsers en 48 geallieerden.

Vliegtuigcrashes tijdens de Tweede Wereldoorlog op de LBK
Ook binnen het hekwerk van wat nu de LBK is, zijn in de oorlogsjaren twee toestellen neergestort. Naar aanleiding van het artikel over de artillerie schiettest die hier in 1942 plaatsvond (zie Sinte Barbara 2017) is er bij de HCGLVD een vraag binnengekomen of er meer over deze vliegtuigen bekend is.
Op bovenstaande kaart ziet u in zwart de contouren van de Luitenant-generaal Bestkazerne te Vredepeel. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat op 1 september 1941 een Handley Page bommenwerper is neergeschoten, de resten zijn bij nr 1 op de kaart terechtgekomen. Op 7 januari 1945 is bij nr 38 een De Havilland Mosquito neergestort ten gevolge van motorpech.
Nadere informatie met betrekking tot beide gebeurtenissen.
Handley Page Hampden Mk I
De Handley Page Hampden was een Britse middelzware bommenwerper die in de Tweede Wereldoorlog door de RAF werd gebruikt. De Hampden was, samen met de Whitley en Wellington bommenwerpers, betrokken bij de eerste aanvallen op Duitsland. Het prototype van de Hampden voerde zijn eerste vlucht uit op 21 juni 1936. Er zijn ongeveer 1500 exemplaren van dit toestel gebouwd.

Operationele geschiedenis
De eerste aanvallen met Hampdens werden op 4 september 1939 uitgevoerd met als doelwit de Duitse vloot. Geen van de afgeworpen bommen trof doel. De Hampden was een goed manoeuvreerbaar vliegtuig, maar bleek onvoldoende bewapening te hebben om ingezet te worden bij dagoperaties. Daarom werd na 18 december 1939 besloten dit vliegtuig voortaan als nachtbommenwerper in te zetten. Een van de meest bekende missies met de Hampden was de aanval op het Dortmund-Eemskanaal bij Münster op 12 augustus 1940. In de nacht van 25 op 26 augustus 1940 namen de toestellen deel aan het eerste massale bombardement op Berlijn. De Hampdens werden in 1942 teruggetrokken uit dienst van het Bomber Command. Hierna werden de toestellen door het Coastal Command gebruikt als torpedobommenwerper en verkenningsvliegtuig.
Rol: Bommenwerper
Bemanning 4
Ingezet: 1938-1945 (VK)
Lengte: 16,20 m
Hoogte: 4,53 m
Spanwijdte: 21,01 m
Leeg gewicht: 5310 kg
Motoren: 2 Bristol Pegasus XVIII, 1000 pk
Bewapening: 6 x 7,7 mm mitrailleurs
Datum: 31 Aug / 1 Sep 1941. Het toestel steeg om
20.15u op vanaf RAF Scampton.
Missie: Het bombarderen van het spoorweg-
complex in de stad Keulen
Serienummer: AE187
Call Sign: OL-L
Eenheid: 83 SQN RAF
Neergestort: tussen 23.45u en 02.00u
Oorzaak: neergeschoten door Feldwebel Richard
Launer 2./NJG 1 (Messerschmidt 110)
Crashlocatie: Meerselse Peel
Bronnen: “Chorley W.R. Bomber Command Losses
1941” page 134
Vliegtuigcrashes en noodlandingen
1940-1945 in de gemeente Venray”
door Ruud Wildekamp
Bemanning:
piloot F/Sgt R.C. Plaistowe 30 jr
Co-piloot Sgt A.J. Sommerville Woodiwis onb.
Radio-operator/boordschutter Sgt J. Hughes onb.
Radio-operator/boordschutter Sgt R.B. Scott 26 jr
Alle 4 zijn bij de crash om het leven gekomen en liggen begraven op de oorlogsbegraafplaats van het Gemenebest te Eindhoven-Woensel.
Boven Bakel werd de Hampden in brand geschoten door Feldwebel Richard Launer en het toestel boorde zich daarop in volle vaart met de neus in de grond. Voor Launer was dit zijn eerste overwinning. Volgens een ooggetuige sprong de bemanning kort voor de inslag uit het toestel, maar het was te laat en de vier bemanningsleden vonden de dood. De Duitsers, die in de nabijheid een batterij zoeklichten bedienden, waren snel ter plekke en zetten de omgeving af. Enkele soldaten doorzochten in opdracht van een Duitse majoor het enige huis in de buurt op zoek naar overlevenden, die echter niet meer werden gevonden. Vrij snel na de komst van deze Duitsers arriveerden hoofdagent van politie L.H. Janssen en de wachtmeesters van de Marechaussee, J.A. Delissen en G. Schoonderbeek op de plaats van het ongeval. Zij konden niets anders rapporteren dan dat de gehele bemanning was omgekomen.
Er is een rapport verschenen over deze crash door de dienstdoende Politieofficier Leonardus Hubertus Janssen uit Venray. Om een lang verhaal kort te maken schrijft hij dat de crash locatie 7 kilometer west-zuid-west van Venray en 4 kilometer noordelijk van de weg Venray-Deurne was, tegenover het plaatsje Ysselsteyn. De bemanning van de AE187 wordt herdacht op het oorlogsmonument in Ysselsteyn.
Nachtjagdgeschwader 1 (NJG 1) was een Duitse nachtjager-wing, geformeerd op 22 juni 1940. Aan het eind van de oorlog bleek het de succesvolste eenheid nachtjagers met ongeveer 2,311 overwinningen. De eenheid van Feldwebel Launer was gestationeerd op vliegveld Venlo.
Feldwebel Richard Launer behalde 10 overwinningen in een luchtgevecht. Geen verdere informatie bekend.

De Messerschmitt Bf 110, officieus de Me 110, was een tweemotorige zware jager/ jachtbommenwerper. Hij was bewapend met twee MG FF 20 mm kanonnen, vier 7.92 mm MG 17 machinegeweren en voor zelfverdediging met een 7.92 mm MG 15 machinegeweer of een dubbelloops MG 81Z. Toen Britse bommenwerpers overgingen op nachtbombardementen werden enkele Bf 110 eenheden omgevormd tot nachtjagers, een rol die goed bij het vliegtuig paste. Initieel naar het doel geleid door een Freya radar ontwikkelde het toestel zich vanaf 1942 tot een formidabele, met radar uitgeruste nachtjager.

The Junkers Ju 88 was een tweemotorig multirole gevechtsvliegtuig, er zijn meer dan 6,000 Ju 88s gebouwd. De Ju 88C was oorspronkelijk bedoeld als jachtbommenwerper en zware jager. De C-serie had a metalen neus, met daarin een 20 mm MG FF kanon en drie 7.92 mm MG 17 machinegeweren.
De C-6 had krachtigere motoren en een hogere zelfverdedigingcapaciteit (enkele of dubbele patroonbandgevoerde 7.92 mm MG 81 of 13 mm MG 131 in plaats van trommelgevoerde MG 15 machinegeweren).

The C-6 nachtjager was initieel uitgerust met de FuG 202 Lichtenstein BC UHF band airborne onderscheppingsradar, die gebruik maakte van de complexe 32-dipole Matratze antennes. De eerste vier C-6 nachtjagers werden begin 1942 uitgeprobeerd. De testen waren succesvol en het vliegtuig werd in productie genomen.
De Havilland DH.98 Mosquito B Mk 25

Rol: Bommenwerper
Bemanning 4
Ingezet: 1938-1945 (VK)
Lengte: 16,20 m
Hoogte: 4,53 m
Spanwijdte: 21,01 m
Leeg gewicht: 5310 kg
Motoren: 2 Bristol Pegasus XVIII, 1000 pk
Bewapening: 6 x 7,7 mm mitrailleurs
Datum: 7 jan / 8 jan. Het toestel steeg om 20.45u
op vanaf vliegveld Bourn te Cambridge-
shire
Missie: Het bombarderen van de stad Hannover
Serienummer: KB407
Call Sign: CR-R
Eenheid: 162 SQN RAF
Tijdstip neergestort: 8 januari, 20.45u
Oorzaak: problemen met brandstoftoevoer naar de
motoren
Crashlocatie: Venray
Bronnen: http://www.airhistory.org.uk/dh
Bemanning:
piloot F/WO W.J.H. Henley
Radio-operator/boordschutter F/Sgt J. Clark
In de avond van 7 januari 1944 startte de Mosquito Mk.XXV (KB407, CR-R) van het 162 Pathfinder Squadron voor een missie naar de Duitse stad Hannover. Samen met nog 53 andere Mosquito’s was het de bedoeling een secundaire aanval op deze stad uit te voeren. Primair doel voor die nacht was München, waarheen 654 bommenwerpers werden gezonden.
Aan boord van de KB407 bevonden zich Warrant Officer William John Henry Henley en Sergeant J. Clark. Beiden behoorden tot de Royal New Zealand Air Force. Aanvankelijk verliep de vlucht zonder problemen, maar boven het oosten van Noord-Brabant haperden beide Rolls Royce Merlin-motoren, om vervolgens af te slaan. Ondanks verwoede pogingen de motoren opnieuw te starten, lukte dit niet. Al snel werd duidelijk dat er een onderbreking was in de brandstofaanvoer. Ondanks dat er nog voldoende brandstof aan boord was, besloot het tweetal te springen.
Een van hun formatieleden, Flight Lieutenant A.J. Marshall, vernam over de radio nog het bericht dat ze de Mosquito verlieten. Beiden kwamen zonder problemen in de omgeving van Venray aan de grond op gebied dat al eind oktober was bevrijd.
Drie dagen later waren zij weer terug op Bourn, waar ze gestart waren. De verlaten Mosquito kwam om 20.45 uur neer bij de Bakelsedijk in Ysselsteyn, op een punt tussen de Middenpeelweg en de gemeentegrens met Deurne.