In maart 2019 werd de door Nederland en Duitsland georganiseerde lucht- en raketverdedigingsoefening Joint Project Optic Windmill (JPOW) gehouden. De 14e editie van de oefening vond plaats op de Luitenant-generaal Bestkazerne, thuishaven van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando. De oefening loopt voorop in de ontwikkeling en het beoefenen van lucht- en raketverdediging door het gebruik van hoogwaardige, innovatieve technologieën, ontwikkeling van concepten, de uitvoering van experimenten en training in een genetwerkte omgeving samen met andere gebruikers, kennisinstituten en organisaties als NAVO. De NAVO geeft een hoge prioriteit aan geïntegreerde luchtverdediging omdat in een instabiele wereld geïntegreerde luchtverdediging essentieel is voor de bescherming van bevolking, vitale objecten, NAVO grondgebied en onze, alsook bondgenootschappelijke eenheden.
JPOW is in 1996 door de Nederlandse Luchtmacht opgezet naar aanleiding van de ervaringen bij de inzet van het PATRIOT wapensysteem tijdens het golfconflict in 1991. De oefening is in de loop der jaren uitgegroeid tot de meest toonaangevende interoperabiliteit oefening op het gebied van geïntegreerde raket- en luchtverdediging binnen Europa. JPOW 2019 bood deelnemers een unieke mogelijkheid om in internationaal netwerkcentrisch verband, te experimenteren met wapensystemen en procedures, maar vooral geïntegreerde raket- en luchtverdediging te trainen en te beoefenen. Hierbij werden luchtdreigingen als ballistische raketten en kruisvluchtwapens in ogenschouw genomen maar ook traditionele luchtdreiging van vliegtuigen en helikopters namen deel in het scenario. Voor de oefening JPOW bestaat geen alternatief binnen Europa.
Tijdens de oefening werd met zowel de huidige grondgebonden en maritieme luchtverdedigingssystemen (zoals PATRIOT, US THAAD, LCF, AMRAAM etc.), als ook met in ontwikkeling zijnde wapensystemen geoefend en getraind. Daarnaast namen Duitse vliegende eenheden via hun simulatie systemen deel in de oefening. De deelnemers werden de mogelijkheid geboden om bestaande doctrines en procedures te testen én toekomstige doctrines en procedures in een netwerkcentrische omgeving te ontwikkelen. Elke dag van de oefening werd afgesloten met een debrief waarbij door het JPOW ‘Joint Analyse Team’ (JAT) een terugkoppeling aan alle deelnemende niveaus en deelnemers werd gegeven over de bevindingen van die dag. Hierdoor was het mogelijk om tijdens de oefening geleerde zaken, direct de volgende dag in de praktijk te brengen.
Uniek aan JPOW is dat vanaf meerdere locaties werd deelgenomen aan de oefening. Deelnemende instanties werden via een bestaand netwerk aan de oefening gekoppeld, waardoor het voor deze eenheden mogelijk werd vanaf hun thuisbasis in Duitsland, Amerika en Italië aan de oefening deel te nemen. De centrale regie en de meeste deelnemers van de oefening bevonden zich in Nederland op de kazerne in Vredepeel.
In totaal namen bijna 900 personen deel aan JPOW. De deelnemers kwamen onder andere uit de NAVO (Joint Force Air Component (JFAC) en Ballistic Missile Defence Operation Center (BMDOC), Duitsland, Frankrijk, Verenigde Staten, Spanje, Noorwegen, Italië en Nederland. Bij de simulatie van bestaande en toekomstige wapensystemen kan gebruik worden gemaakt van internationale/nationale industrie en wetenschappelijke instituten zoals TNO, IABG.
NAVO SHAPE heeft aangegeven om tijdens de nabespreking van de oefening met de organisatie JPOW, het Project Office JPOW, te willen praten over de mogelijkheden om JPOW binnen NAVO oefening “STEADFAST ARMOR 19” (STAR19) te integreren. Hierdoor zou de oefening JPOW doorgroeien en de belangrijke “NICHE” capaciteit en kennis die Nederland bezit, gewaarborgd worden voor de toekomst.
JPOW 2019 leverde veel bezoekers op die zich lieten bijpraten over de lucht- en raketverdedigingsoefening waaronder Zijne Majesteit de Koning, de Staatssecretaris Barbara Visser, Commandant der Strijdkrachten Admiraal Rob Bauer, Commandant Landstrijdkrachten Luitenant-generaal Leo Beulen en Commandant Luchtstrijdkrachten Luitenant-generaal Dennis Luyt. Daarnaast was er ook volop aandacht vanuit NAVO-commandanten en Partnership for Peace landen.
Scenario
Het digitaal gesimuleerde oefenscenario was gebaseerd op basis van de huidige en toekomstige lucht- en raket dreigingen en is door de NAVO geaccrediteerd zodat alle NAVO entiteiten konden en mochten deelnemen in de oefening. Het raketverdedigingsscenario speelde zich af in alle NAVO-landen binnen Europa en op de zuidflanken van het continent werden er naast raketverdediging ook luchtverdedigingsoperaties uitgevoerd. Buiten de conventionele luchtdreiging, zoals vliegtuigen, helikopters en kruisraketten werd er vooral gekeken naar de manier waarop NAVO Europa haar Ballistic Missile Defence (BMD) capaciteit inzet wanneer het NAVO grondgebied bedreigd wordt door een Ballistiche raket. Een ballistische raket kan verschillende ladingen ‘warhead’ bevatten zoals een conventionele-, chemische-, biologische- of nucleaire lading. Verder wordt binnen NAVO is er onderverdeling gemaakt tussen de afstanden die zo een raket kan afleggen.
In het scenario werd er bijvoorbeeld gesimuleerd dat er een ballistische raket gelanceerd werd uit een fictief land richting het NAVO-grondgebied binnen Europa. Op het moment dat de raket de lucht in ging traden binnen de NAVO commando structuur de daarbij horende processen in werking. De ballistische raket werd meestal snel naar lancering opgepikt door de satellieten die een voorwaarschuwing aan NAVO gaven. Dit wordt de Boost fase van de raket genoemd. Binnen de NAVO commando structuur werd vervolgens de richting van de raket bekeken en plaats van impact bepaald zodat het alarmering systeem binnen Europa geactiveerd kon worden. Vervolgens werd er gekeken welke middelen NAVO tot zijn beschikking heeft om deze dreiging te onderscheppen. Dit kan een Marineschip of een land-based wapensysteem zijn die in de volgende fase (Midcourse fase) van de raket, de onderschepping kan plegen. Mocht dit niet lukken of staat een andere wapensysteem er beter voor dan werd binnen de NAVO commando structuur bekeken welke middel de vijandelijke raket in de laatste fase (Terminal fase/ End Game) nog kon onderscheppen.
In de verschillende fases heeft NAVO wapensystemen tot haar beschikking om de raket te kunnen bestrijden maar er moet een goede coördinatie plaatsvinden tussen de ‘bevel gevende’ instantie tot aan de eenheid die daadwerkelijk de raket gaat bestrijden. De middelen die NAVO tot haar beschikking heeft, participeren voor het gros mee aan de oefening om dit te kunnen beoefenen. De deelnemende wapensystemen in de oefening waren onder andere; AEGIS ASHORE (USA wapensysteem), BMD schepen van diverse nationaliteiten, THAAD (USA wapensysteem), PATRIOT (USA, DEU, NLD, ESP), AMRAAM (NLD en NOR) en SAMP/T (FRA/ITA wapensysteem).
HCD&E IAMD KC DGLC
Binationaal Project Office JPOW