Lessons learned/ Lessons identified

In de vorige editie van de Barbara (2020/2), was te lezen hoe de Charlie-Batterij van de 41ste afdeling artillerie deelnam aan de Joint Arctic Training 2020 (JAT20). In het kader van de gereedstelling voor de Amphibious task group 2020 (ATG 2020), werd deze training in het hoge Noorden ontplooid. Het Korps Mariniers organiseert jaarlijks een Joint Arctic Training, die dit jaar zou worden afgesloten met de NATO oefening Cold Response. Dit zou tevens de certificeringsoefening zijn van de ATG20. Deze taakgroep maakt deel uit van de enhanced NATO Response Force (eNRF). Hierbinnen valt de ATG20 onder de Initial Follow-on Forces Group, als eenheid met een reactietijd om zo de zogenoemde ‘flitsmacht’ te kunnen ondersteunen.

De Charlie-Batterij valt binnen de ATG 2020 organisatie onder het Korps Mariniers. Dit heeft te maken met de taakstelling van de 120mm Batterij die naast de luchtmobiele brigade ook het Korps Mariniers moet kunnen ondersteunen, met de ervaring van de Batterij in de samenwerking met het Korps en met de ervaring in amfibisch optreden. Daarnaast traint de Charlie batterij vaker met de mariniers en neemt al enige tijd jaarlijks deel aan hun wintertraining.

Helaas werd in de opstart van Cold Response de oefening stilgelegd, zoals te lezen in het vorige artikel. Desalniettemin is in de aanloop en de start van de oefening veel geleerd door de eenheid. Aan de hand van de 6 functies van militair optreden (Informatie en Inlichtingen, Slagkracht, Manoeuvre, Bescherming, Voortzettingsvermogen, Commandovoering) worden in dit artikel een aantal lessons learned/ identified en conclusies toegelicht vanuit het perspectief van het pelotonsniveau.

In essentie werkt het mortier peloton waar ook ter wereld hetzelfde. De werkwijze veranderd niet, alleen de omgeving waarin je de effecten moet bereiken veranderen. Het arctische gebied is in deze geen uitzondering, maar voor zowel mens als materieel wel een van de meest uitdagende omstandigheden.

Op het gebied van manoeuvre en bescherming heeft deze training bijgedragen aan de beeldvorming en het besef van bovenstaande. Aangezien het optreden in arctisch gebied inherent verbonden is geworden aan de Charlie-batterij, is het arctische optreden vastgelegd in een aantal specifieke TTP’s. Tijdens de oefening hebben wij geleerd dat we deze TTP’s meer als richtlijn moeten gaan zien die je met flexibiliteit kan toepassen. Het is de basis waarop je kan uitbreiden/ inkrimpen. Zo hebben we gemerkt dat in een scenario met UAV dreiging gekoppeld aan een fires systeem de klassieke stelling niet werkbaar is. Deze vraagt te veel tijd en mankracht en maakt het peloton te statisch, waardoor het niet binnen een korte tijd kan afbreken en verplaatsen. Daarentegen werkt de klassieke stelling met camouflage en ingegraven mortieren wel heel goed als je enkel met uitgestegen vijand te maken hebt. Afhankelijk van de dreiging moet worden beoordeeld welke stellingsvorm de (re)actie is op de beschikbare vijandelijke sensor to shooter capaciteiten.

Kijkend vanuit het perspectief voortzettingsvermogen is gebleken dat het arctische gebied en klimaat een grote impact heeft op mens en materieel. Ondanks dat het peloton getraind is in arctische oorlogsvoering blijft dit een aandachtspunt. De organieke bezetting van 5 personen op 1 stuk is, in tegenstelling tot Nederlandse omstandigheden, een absoluut minimum. Indien er minder personen op een stuk aanwezig zijn, nemen de omlooptijden exponentieel toe en wordt het optreden trager. Daarnaast is de harde bevroren ondergrond erg zwaar en slijtend voor de 120mm mortieren. Onze ervaring is dat de keuze om de stellingen op wegen te betrekken, waar men de ondergrond goed kon zien en beoordelen, een goed alternatief was om slijtage van het materiaal te beperken.

Commandovoering (C2) blijft een ontwikkelpunt. De samenwerking met het Korps Mariniers dwingt ons gebruik te maken van de BOWMAN series radio. Dit is niet het FM type wat wij organiek binnen het peloton gebruiken. Binnen het peloton is een werkbare oplossing gevonden om in een combinatie met de voertuigen van het Korps Mariniers en onze eigen FM radio’s te werken. Daarnaast hebben wij binnen de eenheid een aantal functionarissen die inmiddel goed getraind zijn om met deze mix aan middelen te werken.

De toegepaste bevelsverhouding binnen de Marine Combat Group (MCG) was duidelijk. Als vuursteun asset is het peloton onder bevel gesteld van het RSTA (Reconnaissance, Surveillance & Target Acquisistion Squadron). Dit squadron coördineert alle vuursteun assets van het MCG. Hierin wordt de batterijstaf ingevoegd binnen de RSTA staf, waardoor de kennis van het 120mm optreden binnen het RSTA is geborgd. Hierdoor kon het peloton adequaat en zonder vraagtekens worden aangestuurd.

Concluderend kan worden gesteld dat we uit deze arctische training een aantal waardevolle leerpunten hebben geïdentificeerd. De opgedane ervaringen van deze training stelt ons in staat om onze kennis over het mortieroptreden onder arctische omstandigheden te vergroten en vast te leggen. Daarnaast is het altijd goed om te trainen in een joint verband. Dit komt verdere en toekomstige samenwerking ten goede. De samenwerking en het meedoen aan de Joint Arctic Training wordt dan ook als waardevol ervaren binnen de batterij. De arctische training draagt ook bij aan de gehardheid en de professionele vorming van de militairen binnen de Batterij. Het acteren en opereren in dit veeleisende gebied vraagt veel van de persoon. Het vormt de gehardheid, discipline en de onderlinge samenwerking.

Afsluitend durf ik te stellen dat de JAT20, ondanks het wegvallen van de certificeringsoefening, een enorm waardevolle en leerzame training is geweest. Er worden hier operaties, procedures en processen getraind die door de extremiteit van de omgeving erg veel trainingswaarde hebben. Deze ervaringen komen niet alleen ten goede aan het opereren binnen ATG verband en in arctisch gebied, maar ook aan de algemene vaardigheden om op te kunnen treden, waar ook ter wereld.

Andere artikelen

Login ledengedeelte VOAWEB