De stichting Nederlands Artillerie Museum heeft in de afgelopen periode de volgende schenkingen mogen ontvangen.
- Maj ®, dr. P. Slump: een scherf (laatste schot 108 Afdva), diverse afgeschoten granaten en hulzen en een loden kogel (scheepsgeschut Zwin, Zeeland ).
- Dhr. Mallinckrodt: een fotoalbum (spiegelgevecht Zandberg, Kampen).
- Cavaleriemuseum: een foto (vuurmond met personeel).
- Maj art bd J. Venekamp: een huls 25 ponder (laatste schot actieve reservisten 2005, met nummer en proces verbaal).
- Kap aat b.d. N. Verweij: een Parasol.
- K.J. van t Hof: een zakboekje Jan Leendert van t Hof (3RI /3 RVA).
- G. Bos: een zakboekje J. Hoogland (3 RVA) en foto van betrokkene te paard.
- J.G. Roosenburg: een unieke schenking van een set fouragieres, een sjako met zwarte hanenveren en een sjako met pluim van rood paardenhaar.
- Maj b. H. van de Rest: borrelglaasje 12 Afdva
- Kap kmar Groenheide: een glas oef “ Dragon Hogan”
- Dhr. M. Timmermans: een zakboekje Cornelis Heijsis en 2x foto stukrijder II-3 -RA.
Alle schenkers worden bij deze nogmaals hartelijk bedankt voor hun bijdrage om het Artilleristisch erfgoed te completeren.
BIJZONDERE SCHENKING UIT ENGELAND
In maart j.l. ontving het Artilleriemuseum een unieke schenking uit Sheldon (GB) van collega Jan G. Roosenburg bestaande uit een set fouragieres van diverse rangen, een sjako met zwarte hanenveren en een sjako met pluim van rood paardenhaar. Hij had de objecten gekocht op een veilinghuis Vectis Auctions Ltd en geschonken aan het Nederlands Artilleriemuseum.
In eerdere mailwisseling meldde Jan Roosenburg zich als volgt:
“U kunt zich wellicht nog herinneren dat ik enige jaren geleden mijn zwarte pak en enkele prenten aan het museum schonk. Als U zoals ik ben, zult U zich dat waarschijnlijk niet herinneren. Ik heb nog steeds in mijn studeerkamer mijn artilleriehoek, met een viertal originele prenten, een aquarel van A.M. Luyt van bereden Artillerie, mijn giberne, een Barbarabeeld en enkele schaalmodellen van stukken, welke allen tzt ook naar het museum zullen gaan, als ik geen studeerkamer meer heb. Ik heb vandaag in Engeland op een veiling een drietal artikelen gekocht welke ik graag aan het museum wil schenken, zie afbeeldingen. De kwasten en de Sjako met veren zijn geen probleem, die zijn juist, maar ik heb geen enkele afbeelding kunnen vinden van de Sjako met rood paardenhaar, graag hoor ik hier meer over. Is het in orde als ik deze artikelen rechtstreeks van de veiling naar het museum laat sturen, en zo ja, ter wiens attentie.”
Na inspectie door hoofd Collectie HCKVA, lkol art bd Henk Molman, gaf deze de volgende reactie.
“Uw schenkingen in goede orde ontvangen, waarvoor bijzonder veel dank. Wat ik al stelde naar het bestuur: zulke weldoeners moeten we meer hebben. Ik heb navraag gedaan bij de sjako-specialist bij uitstek, Michel van Grinsven, die mij het volgende antwoordde:‘Mooie aanwinst! Inderdaad een sjako M1854 artillerie. Een hoofdofficier. De rode afhangende paardenharen “vlam” is correct. (Rood voor sjako met geelmetalen beslag, en zwart bij witmetalen beslag) oranje rozet van geplooide zijde voor officieren en de lis en metalen kokarde keurig van het juiste model. De sjako is gedragen in de periode van 1852 tot 1866’.
Aangezien het museum nooit een actief aankoop- of verwervingsbeleid heeft gevoerd, is er over deze periode helemaal niets in de collectie. Reden des te meer om u uiterst dankbaar te zijn voor het veiligstellen van een dergelijke sjako. Nogmaals mijn/onze dank.”
Tot besluit onderstaande reactie van Jan Roosenburg:
“Ik ben blij te horen dat de sjako’s op hun juiste plaats terecht zijn gekomen. Leuk de informatie over de rode paardenharen pluim. Ik neem aan dat de zwarte veren sjako voor een subaltern officier was. Zoals ik al schreef aan de heer Dürst Britt, heb ik nog een aantal artilleristische artikelen in mijn studeerkamer welke tzt voor het museum bestemd zijn. Ik vrees dat mijn generatie wellicht wat meer banden voelde met het wapen dan latere generaties. Zo had ik, en enkele anderen van mijn lichting, nog een “zwart pak” laten maken bij de kleermaker in Breda, diens naam is mij ontschoten. Ik ben ook altijd in het museum geïnteresseerd geweest en heb indertijd een kleine opstelling gedaan van een batterij artillerie uit de 80jarige oorlog uit de verzameling tinnen soldaatjes van mijn vader. Dit in samenwerking met Henk Beets, die les gaf op het SROA toen ik mij daar onmogelijk maakte, hoewel mijn lichting onder Jan Meijes viel. Ik blijf uitkijken naar spullen van de Nederlandse artillerie op veilingen e.d., echter het komt zelden voor.”