Techniek, technologie en het wezen van oorlogvoering

Krijgsmachten en vooral de daaraan gerelateerde wetenschap en industrie staan al sinds eeuwen aan de basis van technologische ontwikkelingen die in een latere fase hun nut hebben bewezen voor de rest van de maatschappij. Communicatietechniek, GPS en zelfs het internet vinden hun oorsprong in een militaire behoefte aan dit soort technologie.

Hier is niets mis mee. De menselijke creativiteit wordt vooral getriggerd door problemen die zeer lastig op te lossen zijn en problemen die te maken hebben met de extreme situaties van leven en dood zijn dat bijna per definitie.

Technologische ontwikkeling is inherent aan gewapende strijd en heeft zowel op het gebied van bescherming als op het gebied van letaliteit de krijgsmachten enorm ontwikkeld. Ik zie echter de laatste jaren een ontwikkeling waarvan ik me afvraag of die ook bijdraagt aan een hogere effectiviteit van onze gewapende macht.

Techniek tot nu toe diende vooral als versterking van de normale eigenschappen van de mens. Het heeft zijn mobiliteit enorm vergroot, de effectiviteit van de moderne persoonlijke bewapening is niet meer te vergelijken met de speer van vroeger, de bescherming van het harnas is onvergelijkbaar minder dan de moderne ballistische bescherming, het vermogen om doelen te raken op grote afstand is enorm toegenomen samen met de precisie waar dat mee gebeurd. Waarnemen onder sterk verslechterde omstandigheden is tegenwoordig geen enkel probleem meer en tenslotte is communiceren over veel grotere afstanden waarbij veel meer informatie in een keer kan worden verspreid niet meer te vergelijken met de communicatie met vlag- en geluidssignalen op het klassieke gevechtsveld.

Maar, kenmerkend voor al deze techniek en technologische ontwikkelingen en verbeteringen (meestal verbetering, maar niet altijd) is dat het alleen diende om de capaciteiten van de mens te versterken en te verbeteren. In principe alle capaciteiten op één na. Dit is de meest menselijke capaciteit namelijk zijn capaciteit tot oordeelsvorming en het nemen van besluiten. Deze capaciteit stond buiten beschouwing vooral ook omdat we er in ons mensbeeld van uit gingen dat die capaciteit niet door een “machine” was te evenaren.

Natuurlijk kon de FADAC sneller vuurregelen dan de snelste wachtmeester vuurregeling, mits de adjudant de aggregaten aan de praat had gekregen. Maar de tactische vuurregeling was nog altijd mensenwerk.

Dit lijkt nu door de opkomst van zaken als Artificial Intelligence (kunstmatige intelligentie) te veranderen. Nog niet eens zo zeer door die techniek an sich, maar vooral dat door die techniek ons mensbeeld lijkt te veranderen. De menselijke suprematie boven de techniek en technologie die we zelf ontwikkeld hebben lijkt onder druk te staan. De AI-gelovigen proberen ons er van te overtuigen dat de door ons ontwikkelde machines inderdaad binnenkort intelligenter zullen zijn dan wijzelf. De theorie van de technologische singulariteit beweert dat er een moment in de nabije toekomst (sommigen voorspellen 2045) dat computertechnologie meer invloed zal hebben op de richting waarin de wereld zich ontwikkeld dan de mens zelf.

Ik wil in dit verband maar niet in gaan op de discussie of dit nu wel of niet waar is. Ik behoor niet tot de AI-sekte, voor mij is kunstmatige intelligentie precies wat het is, namelijk kunstmatig…

Ik wil wel betogen wat dit, als het waar zou zijn, zou betekenen voor de oorlogvoering. Als wij de oorlog inderdaad zouden kunnen uitbesteden aan autonome, zelfdenkende en intelligente wapensystemen, werkt oorlog dan nog wel als machtsmiddel.

Deze vraag zou ik met een hardgrondig, zeer luid uitgesproken, driewerf NEE, willen beantwoorden. Oorlog is de meest menselijke activiteit die er bestaat en kan dus uitsluitend door mensen worden gevoerd. Het menselijkste aspect van oorlog is het feit dat de mens er sneuvelt, zijn/haar leven (dus menselijkheid) verliest. Dit allerhoogste offer en het allergrootste leed wat daar uit voortvloeit is de modus operandi van oorlog. Daarom werkt oorlog onder omstandigheden waar alle andere machtsmiddelen niet meer werken. Dit allerhoogste offer uitbesteden aan machines rukt het wezen uit de oorlog en wat moeten we dan, als we het niet meer weten in onze relatie met anderen…

Stel dat er binnenkort een perfecte, intelligente scanner zou bestaan.

En stel, dat deze scanner een perfecte, want intelligente, scan zou maken van de Nachtwacht.

Zouden we dan nog naar het Rijksmuseum gaan?

Het antwoord op deze vraag bepaalt ons standpunt over Kunstmatige Intelligentie

– TEUN TZU –

Andere artikelen

Login ledengedeelte VOAWEB