Collega-Artilleristen, partners, jongens en meisjes,
Op 4 mei herdenkt Nederland haar slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en sinds 1961 ook de Nederlandse slachtoffers die voor het Koninkrijk zijn omgekomen bij de uitoefening van hun dienst zowel tijdens vredesmissies als in oorlogssituaties.
Wij, Artilleristen, herdenken bij het ‘Artillerie-monument’ dat in 1953 speciaal is onthuld ter nagedachtenis aan alle wapenbroeders die zijn gesneuveld, onder meer tijdens de Tweede Wereldoorlog, in voormalig Nederlands-Indië en in Korea.
Dit zijn exact dezelfde woorden die ik uitsprak verleden jaar. Exact hetzelfde omdat ze tijdloos zijn en de kern weergeven waarom we vandaag in heel het koninkrijk vrijheid herdenken.
Dit jaar is het thema van de 4 mei herdenking “na 75 jaar”. In het afgelopen jaar is er veel onderzoek gedaan naar hoe mensen in Nederland na 75 jaar vrijheid beleven en herdenken.
Eén van de meest toonaangevende onderzoeken heet: “ De stand van vrijheid” van het comité 4 en 5 mei en het sociaal en cultureel planbureau.
Onderzoeken met mooie uitkomsten
Het beschrijft dat het overgrote deel van alle inwoners in nederland actief meedoet aan de herdenking op 4 mei en 2 minuten stilte in acht neemt. Het toont ons dat Nederlanders de 4 mei herdenking en 5 mei viering als HET symbool zien om zich gezamenlijk Nederlander te voelen, zelfs meer dan bij een voetbalinterland of schaatswedstrijd.
Nederlanders zien vrijheid als één van de sterkste punten van de Nederlandse samenleving en het is het meest genoemde woord als we antwoord geven op de vraag wat er goed gaat in Nederland. Samen met de woorden democratie, sport, tolerantie en koningshuis vormt vrijheid de top 5 van woorden die we noemen als we aan ons land denken.
Het overgrote deel van de Nederlanders geeft aan “bij te dragen aan vrijheid”. Door te demonstreren, te publiceren, door je kinderen zo op te voeden, door mensen aan te spreken op kwetsend gedrag, door het voorbeeld te geven aan je omgeving dat je verantwoord om moet gaan met vrijheden. Het is waardevol dat we als samenleving met elkaar de verworven vrijheden bewaken, die in het verleden vaak met bloed zijn betaald.
Onze vrijheid van godsdienst, de vrijheid om te zijn wie je wilt zijn en lief te hebben wie je lief wilt hebben, vrijheid van meningsuiting, het recht om te demonstreren en te zeggen wat je vindt, zonder angst op vervolging zijn hier goede voorbeelden van.
Vrijheden die de meeste Nederlanders al generaties hebben mogen ervaren. In het onderzoek zijn ook de meningen van Syrische vluchtelingen opgenomen die in ons land een veilige plek hebben gevonden. Uitspraken die ons er weer bewust van maken dat onze vrijheden niet zo vanzelfsprekend zijn. Een 14 jarige jongen: “ mobiele telefonie en satelliet waren in Syrië verboden en je was verplicht om naar de staatstelevisie te kijken. Dat werd gecheckt op school. Iets zeggen was levensgevaarlijk, je ouders werden er op aangesproken en bij herhaling verdwenen ze.Iedere keer als er s avonds op de deur werd gebonsd, was ik daar bang voor.”
Een man van 25 zegt: “pas toen hackers verboden sites toegankelijk maakten, zagen we nieuws van buiten. Het was schokkend hoeveel ik voorgelogen was. Ik maakte kennis met begrippen waar ik nog nooit van gehoord had.”
Deze mensen hebben in het onderzoek Nederland ook beschreven “ Hier heb je ook regels en voorschriften. Maar er is mee ingestemd door alle lagen van de bevolking, door eerlijke verkiezingen. Ik kan hier met christenen zitten, met leden van een andere partij, en een verschil van mening heeft geen gevolgen.” En dan één van de mooiste uitspraken:” jullie hebben geen idee hoe mijn hart springt als ik besef….. ik heb dat nu ook!
Wij, militairen en veteranen mogen oprecht trots zijn dat wij actief bijdragen aan de vrijheid die hierboven wordt beschreven.
Wij beschermen haar in binnen- en buitenland met onze krijgsmacht. Dat deden we in het verleden, het heden en we hebben gezworen dat ook in de toekomst te zullen doen, als onze wettig gekozen regering ons daarvoor een opdracht geeft.
Dat betekent militair zijn. Wij staan daar voor, zelfs als ons eigen leven daardoor in gevaar komt. Velen van ons hebben dit tijdens missies en inzet laten zien.
Dat maakt ons bijzonder. Dat maakt dat wij rechtop en trots op 4 mei herdenken en op 5 mei de vrijheid vieren. In uniform en bij de monumenten die we hebben opgericht om iedereen die hiervoor een hoge en soms de hoogste prijs hebben betaald, met eerbied en trots te herdenken.
Wij artilleristen doen dat hier, op de Legerplaats bij Oldebroek, bij ons eigen monument. Wij herdenken op 4 mei speciaal alle namen achter mij. Want nu de meeste getuigen van de tweede wereldoorlog niet meer leven, zijn wij de vaandeldragers van vrede en vrijheid geworden.
Achter mij op de muur staan de namen van mannen die bijzondere daden verrichtten in de meidagen van 1940. Mensen van het Korps Rijdende artillerie, die met hun kanonnen Duitse tanks en pantserwagens wisten uit te schakelen in de Peel En Raam stelling, en daarvoor de hoogste prijs betaalden, zoals wmr Kruithof en zijn bemanning, waarvan er twee omkomen bij Duits tegenvuur.
Of de kanonniers van het 14e regiment, die sneuvelden bij de gevechten op het eiland van Dordrecht, die wij herdenken bij het Monument te Dubbeldam.
Bijzonder zijn de krijgsverrichtingen van de luchtdoelartillerie, die met haar net opgerichte 70 batterijen ( zo is bijvoorbeeld de 24e batterij pas op 10 mei 1940 geformeerd!) de Duitse luchtmacht indrukwekkende verliezen wist toe te brengen, maar daarbij zelf veel kanonniers verloren.
Terecht stelt de commandant van de luchtverdediging dan ook in zijn dagorde van 15 mei: “Ik ben Trots op den Moed en Onversaagtheid, waarmee gij allen van de luchtverdediging, van hoog tot laag, hebt gestreden voor Koningin een Vaderland.”
Laten we net als deze wapenbroeders opstaan als het nodig is, en den Moed en Onversaagtheid tonen als het van ons wordt gevraagd.
De door hen getoonde moed geeft ons de dure plicht om onze vrijheid op waarde te schatten en te koesteren als ons hoogste goed.
Morgen vieren we de bevrijding van 5 jaar onderdrukking, en het feit dat we al meer dan 75 jaar in vrijheid kunnen leven.
Laten we dat vooral doen in het besef dat we verantwoordelijk zijn om vrijheid door te geven aan nieuwe generaties.
Uitgesproken te Oldebroek, 4 mei 2021