De Nederlandse vuursteun mag na jaren van bezuiniging eindelijk weer groeien. En dat is hoogst noodzakelijk gezien de huidige ervaringen op vuursteungebied in de Oekraïne. Met deze groei komt echter ook een behoefte aan extra personeel die lastig is in te vullen vanuit de bestaande organisatie. Het VuursteunCommando ontwikkelde samen met DGLC en Thales Hengelo de GM200 MM/C, beter bekend als de Multi Missie Radar (MMR) en besloot ook in het kader van het HR-ecosysteem de samenwerking met Thales verder uit te breiden.
Afgelopen 05 oktober is het contract tussen Thales en het VuursteunCommando getekend wat het startschot betrof voor een unieke samenwerking op personeelsgebied en in het bijzonder reservistenbeleid.
Iedereen kan er voor kiezen om naast een studie of baan te gaan werken op flexibele basis als reservist. Dat kan variëren van een paar uur per week of tot een paar dagen per maand. Het VustCo is hier al actief mee bezig om zo invulling te geven aan de groei. Defensie benadert niet alleen studenten en werknemers maar ook bedrijven. In het HR-ecosysteem wil Defensie voorkomen dat we concurreren met het bedrijfsleven maar in plaats daarvan juist schaars personeel delen. Al zeker twee jaar is het VustCo in contact met Thales Hengelo om afspraken te maken over de uitwisseling van personeel. Nu zijn we eindelijk zo ver om er ook concreet invulling aan te geven. Hierbij wordt een deel van het toekomstige personeelsbestand van de eenheid ingevuld door reservisten van Thales en levert het VustCo een LSO aan Thales. De reservisten zijn verbonden aan de eenheid en gaan optreden met de MMR die zij zelf ontwikkelt hebben. De eerste MMR stroomt vanaf juli 2023 in bij het nieuw op te richten sensorpeloton van de afdeling artillerie.

De eerste stap in deze samenwerking was het tekenen van een contract voor het plaatsen van een liaison officier in de rang van Lkol bij Thales in Hengelo. De LSO zal binnen Thales de doorlopende ontwikkeling van de MMR begeleiden. Nederland zal samen met de andere gebruikers van de MMR blijven werken aan verbetering van de radar om aan de hoogste kwaliteitsnorm te voldoen en de radar geschikt te maken voor de nieuwste dreigingen. De doorontwikkeling wordt gefinancierd uit het Continuous Improvement Program (CIP). Het CIP zal moeten starten zodra de eerste radar geleverd is komt in de plaats van een traditionele Mid Life Update (MLU). Een goed voorbeeld van een nieuwe dreiging is het gebruik van loitering munitions die nu in de oorlog in Oekraïne veelvuldig worden ingezet. Ideeën om de radar nog beter te maken liggen al klaar. De LSO zal ook bijdragen aan de verkoop van de radar middels het Government to Goverment principe. Noorwegen is het eerste land wat gebruik heeft gemaakt van het contract dat de Nederlandse overheid heeft gesloten met Thales. Landen die de radar willen verwerven door tussenkomst van de Nederlandse overheid accepteren de radar zoals het VustCo en DGLC die met Thales hebben ontwikkeld. De deelnemende landen mogen heel beperkt aanpassingen doen, bijvoorbeeld de integratie op een eigen voertuig. Het succes van het product en van de samenwerking tussen Defensie en Thales wordt al goed zichtbaar. De eerste contracten worden gesloten en het aantal serieus belangstellende landen is enorm. In Hengelo wordt daarom al hard gewerkt om de productiefaciliteiten uit te breiden.
De tweede stap is het plaatsen van reservisten van Thales bij het VustCo op radarfuncties. Er zijn momenteel al meerdere belangstellenden onder het personeel van Thales die al begonnen zijn aan het selectieproces. Een jaar geleden verzorgde het VustCo nog een wervingsdag bij Thales om personeel warm te krijgen voor een functie als reservist. Het was voor een groot deel van het personeel van Thales een vreemde gewaarwording om een Pzh2000, een Boxer en de nieuwste Gryphus met daarop de MMR te zien voor hun eigen gebouw. Het materiaal trok veel bekijks en meerdere kandidaten hebben zich uiteindelijk aangemeld voor een functie als reservist bij het VustCo. Momenteel zijn deze kandidaten deel van het selectieproces met de verwachting dat ze volgend jaar opgenomen worden in het sensorpeloton. Ze worden geplaatst op de MMR waarbij ze zelf betrokken zijn als architect, tester of instructeur vanuit hun rol bij Thales. Door deze uitwisseling worden zij deskundig op het gebruik van het systeem en doen zij operationele ervaring op die belangrijk is voor hun werkzaamheden bij Thales.
De derde stap betekent een mogelijke doorgroei voor de reservisten naar andere interessante en voor hen relevante functies binnen het VustCo nadat zij enige jaren ervaring hebben opgedaan binnen het sensorpeloton. Vanzelfsprekend zal deze stap maatwerk zijn in samenspraak met de reservist en de commandant.
Voor Thales is het geen makkelijke keuze. Ze hebben het personeel ook zelf hard nodig. Toch werkt de firma van harte mee aan deze samenwerking. Naast de kennis die het personeel op zal doen worden ook leidinggevende vaardigheden en andere vormingsaspecten aangeboden die nuttig zijn in het eigen bedrijf. Thales wil een bedrijf zijn met goede perspectieven voor personeel en wil personeel graag boeien en binden. Door het aanbieden van de mogelijkheid om reservist te worden biedt Thales extra uitdagingen en probeert daarmee een aantrekkelijke werkgever te zijn.
Thales is niet de eerste partner binnen het HR-ecosysteem. Het is echter wel een unieke samenwerking die verder gaat dan het uitwisselen van schaars personeel.
De LSO heeft de eerste weken bij Thales achter de rug en vult zijn rugzak met nieuwe ervaringen. Het VustCo kijkt uit naar de komst van de eerste Thales reservisten.

Meer draagvlak
Inmiddels werken er militairen bij bedrijven en zijn andersom mensen uit het bedrijfsleven aan de slag bij Defensie. Maar wat betreft de staatssecretaris is het HR-ecosysteem meer dan een manier om personeelstekorten tegen te gaan. “Het gaat ook over het motiveren en ontwikkelen van mensen. Over leren van elkaar. En door initiatieven als het HR-ecosysteem raakt de krijgsmacht breed verbonden met de samenleving. Het draagt bij aan meer draagvlak en ik denk niet dat je moet onderschatten hoe belangrijk dat is.”
Het HR-ecosysteem telt inmiddels 70 deelnemende bedrijven en de organisatie streeft ernaar om dat aantal nog dit jaar uit te breiden tot 100. Daarvoor zijn vandaag nieuwe contacten gelegd en stappen gezet.