Vaktechnische opleiding voor officieren der artillerie

De vaktechnische opleiding voor officieren der artillerie wijzigt regelmatig in inhoud en duur. Ook zit er verschil in de richtingen die worden gekozen. Zo zijn er specifieke opleidingen tot pelotonscommandant voor zowel de pantserhouwitser- als de mortierpelotons en zijn de opleidingen voor waarnemer voor Luchtmobiel en Mech/Mot ook niet hetzelfde. In onderstaande bijdrage geven vier luitenanten die de VTO net afgerond hebben een overzicht van de inhoud van de verschillende richtingen alsook hun ervaring van de eerste weken op functie.

Leon Prenger

Forward Observer, 13 RSPB, D-CIE

Mijn naam is Leon (26) en ben, na het afronden van de FO AMB opleiding, sinds enkele weken geplaatst als FO bij de Dcie van 13INFBAT in Assen. Al vanaf het moment dat ik van start ging aan mijn HBO opleiding aan de HAN in Nijmegen was het doel om Forward Observer te worden bij een manoeuvre eenheid binnen de CLAS. Na het afronden van mijn HBO ben ik in februari ‘21 van start gegaan aan de KMA in Breda (KOO) om vervolgens helaas door COVID-19 na 4 weken weer thuis te zitten. Uiteindelijk heb ik de KMA mogen afronden in juli ’22 waarna ik na het zomerverlof landde in ’t Harde voor de VTO Artillerie algemeen.

Tijdens deze opleiding wordt de uiteindelijke plaatsing bepaald en het blijkt toch elke keer weer spannend waar men terecht gaat komen. Gelukkig waren er voldoende plekken als FO bij LMB en mocht ik van start gaan aan de FO AMB opleiding om uiteindelijk te landen in Assen. De overgang van de KMA naar de VTO heb ik als positief ervaren en uiteindelijk weer een stap dichter in de richting van je uiteindelijke functie met de daarbij behorende verdieping.

De VTO FO AMB vond plaats tussen november ’21 tot en met april ’22. Tijdens de opleiding komen alle onderwerpen aan bod om uiteindelijk zelfstandig als vuursteunspecialist bij een eenheid aan de slag te kunnen. Tijdens verschillende theorie- en praktijkblokken leerden we het opsporen van doelen en daarbij de aanvraag en eindgeleiding van de grondgebonden vuursteun. Dit in combinatie met het gebruik van de verschillende hulpmiddelen (HMID) / optiek. Ook werd de basis gelegd om als adviseur te kunnen optreden tijdens het besluitvormingsproces in de COVO specifiek op het AMB optreden. Verschillende velddagen / -weken en verscheidene uren in de JFTES hebben een goede basis gelegd om aan de slag te kunnen bij de operationele eenheid. Nu is het zorg om de kennis en ervaring op te bouwen om als specialist een waardevolle toevoeging te kunnen zijn binnen het optreden van mijn compagnie. Het werk als specialist binnen het FST spreekt me erg aan en ga de komende tijd druk aan de slag om mij dit specialisme eigen te maken. Ik ben in ieder geval goed geland hier in Assen met de VAKOL in het verschiet als volgende uitdaging!

Wouter Peerdeman

Pelotonscommandant, C-peloton, Bravo Batterij

Na het afsluiten van de KMA met een bewogen laatste jaar vol coronamaatregelen begon in september 2021 de lichting 21-2 aan de vaktechnische opleiding (VTO) tot (onder)officier der artillerie. Wij vormden met 12 aspirant artilleristen een relatief grote groep die begon aan een 6-weeks programma waarna wij uiteen zouden spatten richting verschillende specifieke stromingen.

De algemene VTO had als doel ons te introduceren in de wereld van de artillerie en ons een oriëntatie te geven van het werk als waarnemer en pelotonscommandant. Gecombineerd met de wachtmeesters die van de KMS afkwamen hebben we ons verdiept in de vuursteunketen en bijbehorende commandovoering, maar ook in praktische zaken als waarnemingsapparatuur en voertuigkennis. Een uitgebreid programma waarin alle onderwerpen werden aangestipt om een brede introductie te bieden.

Na het afronden van de algemene VTO zijn wij op basis van de plaatsingen de verschillende vervolgopleidingen ingegaan. Verschillend in inhoud en duur en volledig van elkaar gescheiden. Samen met een collega heb ik een 12-weeks programma gevolgd om ons voor te bereiden op onze functies als pelotonscommandant binnen de 41e Afdeling. Onderwerpen in deze fase betroffen een oriëntatie op de PzH2000NL, vuurleiden, leiderschap casuïstiek en commandovoering.

Inmiddels zijn wij beiden begonnen aan deze uitdagende en ontzettend leuke functies. Heeft de VTO ons dan tot in de puntjes voorbereid op dit werk? Nee, absoluut niet. De clichés zijn allemaal waar: je leert het meeste pas op functie, je bent er nooit écht klaar voor, ontwikkeling stopt nooit. Ik ben er ook van overtuigd dat het doel van de VTO nooit kan zijn om iemand volledig klaar te stomen. Je krijgt de tools om je werk te doen, maar ervaring opdoen is essentieel. Commandant zijn is bij uitstek mensenwerk en dat leer je niet in een klaslokaal.

Waar elke baan frustraties en stress met zich mee kan brengen rij ik sinds mijn eerste dag met plezier naar ‘t Harde. Ik kijk terug op een mooie opleiding, maar geniet nog meer van het échte werk.

 

Mariët Knulst

Forward Observer, 17 GFPI, C-CIE.

Na vier jaar KMA werd het tijd om eindelijk specifiek met mijn toekomstige functie aan de slag te gaan. Vanaf het 3e jaar was mijn motivatie soms ver te zoeken, omdat je zo ver verwijderd bent van het toekomstige werkveld. Gelukkig bracht de VTO daar vanaf de eerste dag al verandering in. Na de VTO algemeen begon ik met de cursus FO Mech/Mot. Deze VTO is verdeeld in drie contactperiodes. Tussen de contactperiodes zat een periode van werkplekleren op de eenheid van plaatsing.

In de eerste contactperiode stond het optreden met de Fennek centraal. Je leert het voertuig met al zijn systemen kennen en werkt op tot en met het gevechtsgereed maken van het voertuig. Bij het voertuigoptreden hoort onder meer de ingestegen OP-drill en het leren werken met BMS en AFSIS. Ook werd het aanvallend gevecht behandeld met daarin de rol van de manoeuvre, vuursteun en genie.

De periode van werkplek leren die hierna volgde werd door vrijwel iedereen beleefd als een welkome adempauze. De leercurve is steil en een paar weken retentie op de eenheid was een goede afwisseling. Daarnaast is dit een moment van kennismaking met je toekomstige eenheid.

De tweede contactperiode stond in het teken van de uitgestegen OP. Een belangrijk onderdeel hiervan zijn de verschillende hulpmiddelen: De Vector21B en de FOTAS. De Danger Close procedure werd behandeld, die we samen met de andere procedures konden trainen in het de JFTES. Tijdens de LFX met 81 mm konden we de aangeleerde procedures toepassen in de praktijk.

In de derde contactperiode werd onze basiskennis uitgebreid met meer verdieping. We kregen les in bijzondere vuren en storingen, zoals verbindingsstoringen en Verhogen Eigen Mobiliteit (VEM). Daarnaast vonden weer trainingsmomenten in de JFTES plaats om ons voor te bereiden op de Proeve van Bekwaamheid. In deze periode werd ook een week lang het OATDOEM proces behandeld. Die week werd afgesloten met het presenteren van een vuursteunplan te velde.

Ik kijk heel positief terug op de VTO, mede door de open houding van de instructeurs. De instructeurs stonden altijd open voor vragen en waren niet te beroerd om ons (soms in de avonduren) extra les te geven. Daarnaast werd er goed gebruik gemaakt van de beschikbare middelen, zoals de vele proceduretrainingen in de JFTES en het AFSIS lokaal.

Mijns inziens kan het uitgangspunt van de rolverdeling tussen de functionarissen in de FO groep wel verbeterd worden. De rolverdeling met bijbehorende taken zoals die in de opleiding wordt aangeleerd komt vrijwel nooit overeen met de realiteit. Er wordt uitgegaan van het concept dat de wmr-FO de chauffeur is en er een C-FST in de Fennek zit. In werkelijkheid is dit zelden het geval, wat betekent dat beide FO’s meer verantwoordelijkheden en taken krijgen dan waar ze voor opgeleid worden. Alhoewel de evaluatie van het FST nog niet officieel uitgebracht is, is het op de eenheden al vaak zo dat een korporaal chauffeur, een wachtmeester FO en een luitenant FO op een bak zitten, waarbij de luitenant FO de taken van de C-FST op zijn bordje krijgt. Om ons beter voor te bereiden op onze functie had het mijns inziens beter geweest om ook met die uitgangssituatie te trainen.

Inmiddels zitten de eerste weken op de eenheid er op. De compagnie zit in het niveau 4 certificeringstraject, wat betekent dat ik direct aan de bak mag. Gelukkig is er een ervaren TACP groep, dus ik zie de komende oefeningen met vertrouwen tegemoet.

 

Mats Hueting

Pelotonscommandant, F-peloton, Charlie Batterij

Gedurende de VTO-algemeen zijn, zoals de naam grotendeels verraadt, de algemene aspecten behandelt voor wat betreft het optreden, kennis en de overige skills die gelden binnen de wereld van de Artillerie. Na deze periode van zes weken splitste de groep zich op naar specifiekere opleidingen. Voor mij was dat een opleiding van acht weken bij de instructiegroep mortieren.

De opleiding speelde zich grotendeels af in een van de loodsen op de Legerplaats bij Oldebroek, beter bekend als ‘boven’. Gedurende deze twee maanden kwamen zaken aanbod als: het uitzetten van een mortierstelling, manueel vuurregelen, vuurregelen via AFSIS, stellingname bij dag en nacht, kennis over de soorten munitie en hoe een verkenning uitgevoerd moest worden. Een drukke en leerzame periode!

Vele onderwerpen waren compleet nieuw voor mij. Ondanks dat ging de opleiding in een rappe vaart, waarna ik in de laatste week mezelf verzekerde dat ik in de basis onder knie had. Na in totaal veertien weken, zes weken VTO-algemeen en acht weken bij de instructiegroep mortieren, was dan het moment aangebroken dat ik op functie zou komen bij het F-peloton van de C-batterij. Een moment waar eenieder die op de KMA zit, naar uit kijkt en waar je voor opgeleid bent.

Dan gaan hele basale vragen een rol spelen: Hoe ga ik mijzelf voorstellen? Welke houding moet ik aannemen tegenover ‘mijn’ club? Hoe wil ik aangesproken worden? Wil ik daar wel iets over zeggen? Of lopen deze vragen allemaal wel los? Onderwerpen die voor iedereen die (bijna) op functie komt herkenbaar zijn, denk ik. Nadat ik de tip kreeg om er niet te moeilijk over te denken, twee kratten bier neer te zetten en mezelf vervolgens kort voor te stellen, was het ijs gebroken. Ik belandde in een leuke en hechte club, gevuld met mensen die graag willen werken en zich inzetten voor de eenheid. Dat was in ieder geval een flinke meevaller.

De eerste weken verliepen soepel. Ik leerde iedereen links of rechtsom kennen, de weken vorderde en de eerste planningen konden gemaakt worden. Na een aantal weken werd de VJTF geactiveerd – het F-peloton valt daar ook onder. Een roerige tijd ving aan. Bepaalde oefeningen gingen niet door, er stond een spreekwoordelijk hek om de Afdeling heen en er waren ‘her en der’ nog vragen over wat er allemaal zou gaan gebeuren. Een paar weken later was de rust wedergekeerd.

Van negen tot en met negentien mei heb ik mijn eerste oefening gedraaid als PC in Wetinner Heide onder leiding van het 17de bataljon. Als zwaarste wapen van het bataljon val je direct onder de bataljonscommandant. Daardoor ben je direct betrokken bij het Commandovoeringsproces van het bataljon. Toch bijzonder hoe je als net nieuwe luitenant bij een planning zit in Oirschot tussen kapiteins, majoors en een luitenant-kolonel.

De oefening verliep goed! We hebben op pelotonsniveau veel geleerd. Er was een andere CO-groep en de stukken waren wat geshuffeld. Iedereen moest dus op een manier nog wat aan elkaar wennen. Er kwamen genoeg onderwerpen waar we als peloton de komende tijd nog mee bezig moeten om ons optreden nog beter te maken dan het al is.

Al met al zijn de eerste weken op functie lastig te beschrijven. Je gaat een periode in waar je naar uitkijkt, maar je eigenlijk niet precies van weet waar je in belandt. Ik kan zeggen dat ik goed ben opgevangen en dat ik mijn mensen de hemel in kan prijzen. Met veel plezier ga ik elke dag naar het werk toe en ik kijk uit naar wat er allemaal nog op mijn pad komt.

Andere artikelen

Login ledengedeelte VOAWEB